Hongaarse media en activisten keren zich tegen wetsvoorstel Orbán
Een nieuw wetsvoorstel van de Fidesz-partij in Hongarije is bedoeld om media, denktanks en mensenrechtenorganisaties het zwijgen op te leggen, vinden 62 organisaties die donderdag een open brief hebben gedeeld. Ze vinden het wetsvoorstel van de partij van premier Viktor Orbán een „autoritaire poging om aan de macht te blijven”.
Het voorstel kan organisaties beperken of verbieden als zij buitenlandse financiering krijgen en hun activiteiten bedreigend zouden zijn voor Hongarije en zijn cultuur. „Het doel is om alle kritische stemmen het zwijgen op te leggen en de restanten van de Hongaarse democratie te ontmantelen”, schrijven de organisaties, waaronder Amnesty International Hongarije.
De Fidesz-partij heeft een absolute meerderheid in het parlement. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel dus in de komende weken doorgevoerd. Concreet kunnen organisaties hierdoor op een zwarte lijst terechtkomen, waarna ze alleen met toestemming van de belastingdienst nog geld vanuit het buitenland mogen ontvangen. Banken moeten elke buitenlandse overboeking bij zo’n organisatie op de zwarte lijst melden. Als een organisatie zich niet aan de regels houdt, moet die een hoge boete betalen.
Oppositieleiders en onafhankelijke journalisten hebben het wetsvoorstel ook veroordeeld. Ze vergelijken het met de Russische buitenlandse-agentenwet. Daarmee moeten hulporganisaties, de pers en sommige individuen in Rusland zich registreren als ‘buitenlandse agent’.
Volgend jaar zijn er parlementsverkiezingen in Hongarije. Oppositiepartij Tisza van Péter Magyar ligt voor in de peilingen. De conservatieve Magyar was eerder lid van de Fidesz-partij.