Een woordvoerder van De Heus bevestigt dinsdag berichtgeving hierover door De Volkskrant.

In een filmpje dat in december op sociale media verscheen, bedanken twee Russische vrouwen de veevoerfabrikant. Het zijn vrijwilligers, die spullen naar soldaten brengen die in Oekraïne vechten. Het filmpje werd opgemerkt door de Nederlandse journalist Dénis van Vliet, die er vorige week op platform X over berichtte.

Joost Belt, directeur marketing en duurzaamheid bij het Nederlandse moederbedrijf, zegt dat de schenking van de hulpgoederen een lokale actie was, waarvan De Heus niet op de hoogte was en die geen goedkeuring uit Nederland had. „We hebben ons dochterbedrijf erop aangesproken. Het zal niet weer gebeuren.”

Het bedrijf in Rusland is een joint venture van De Heus en een Russische onderneming. Het gaat om een fabriek waar veevoer wordt gemaakt. Dit soort activiteiten is uitgezonderd van de westerse sancties tegen Rusland.

De Heus is sinds 2009 in Rusland actief. Het Nederlandse concern heeft een belang van 51 procent in de joint venture. „We proberen al 18 maanden om die aandelen over te dragen. Dat is een enorm complex proces, waarvoor we de goedkeuring van de Russische autoriteiten nodig hebben. Tot op heden hebben we die niet ontvangen”, zegt Belt.

Belt bevestigt ook dat De Heus recent een website uit de lucht heeft gehaald waarop het concern de afgelopen drie jaar steun uitsprak voor Oekraïne. Volgens journalist Van Vliet, aangehaald in De Volkskrant, is De Heus in december vanwege die steun op een Russische zwarte lijst gezet.

Volgens Belt is besloten de website te verwijderen omdat de steunbetuiging de veiligheid van de werknemers in de Russische dochteronderneming in gevaar bracht. „We willen onze activiteiten beperken tot het produceren van diervoeders”, zegt hij. Hij wil verder geen commentaar op de kwestie geven.

De Heus heeft ook een veevoerfabriek in Oekraïne.