BinnenlandNationale Bossenstrategie

Nederland heeft te weinig bos, maar aanleg blijkt lastig te zijn

Ruim 37.000 hectare bos moet Nederland er tussen 2020 en 2030 bij krijgen. Dat is de ambitie van de Nationale Bossenstrategie. Eind 2023 is nog maar 4 procent van deze doelstelling gerealiseerd. Waarom gaat het zo traag?

3 May 2025 08:52Gewijzigd op 3 May 2025 09:30Leestijd 7 minuten
Jaarlijks gaan duizenden jonge boompjes de grond in. Maar de doelstellingen zijn nog lang niet in zicht. beeld Staatsbosbeheer, Marco van de Burgwal
Jaarlijks gaan duizenden jonge boompjes de grond in. Maar de doelstellingen zijn nog lang niet in zicht. beeld Staatsbosbeheer, Marco van de Burgwal

Bossen zijn belangrijk voor de biodiversiteit, ze gaan klimaatverandering tegen door de opslag van koolstofdioxide en ze bieden koelte tijdens hete zomers. Daarnaast trekken ze recreanten en leveren ze hout.

Vanwege al deze functies hebben het Rijk en provincies in 2020 doelen geformuleerd voor de uitbreiding van het bosareaal in Nederland. De ambities van dit plan, de zogeheten Nationale Bossenstrategie, zijn hoog. Zo moet de oppervlakte aan bos in tien jaar tijd met 10 procent omhoog. Dit komt neer op een toename van 37.400 hectare.

„Tempo van realisatie ligt ver achter op gestelde doelen”

Citaat uit Tiende Voortgangsrapportage Natuur

Staatsbosbeheer neemt hiervan 5000 hectare voor zijn rekening. De rest ligt op het bordje van de provincies en het Rijk. Ongeveer de helft van de bosuitbreiding wil de overheid realiseren binnen het netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden, het zogeheten Natuurnetwerk Nederland. De andere helft moet elders komen: langs de grote rivieren, in beekdalen, rond steden en dorpen en op landbouwgrond. De combinatie van landbouw en bosbouw noemen de rapportschrijvers „complex, maar ook veelbelovend”.

Verder willen de partijen de kwaliteit van bossen een impuls geven. Dit houdt onder meer in dat de diversiteit aan boomsoorten omhoog moet en dat er meer variatie in leeftijd van bomen moet komen. Ook is het voor de gezondheid van bossen „van cruciaal belang” dat de stikstofneerslag afneemt, aldus de rapportschrijvers. Een vitaler bos is beter bestand tegen langdurige periodes van droogte en legt meer koolstofdioxide vast.

Stagnatie

Grote vraag is of de provincies de doelen gaan halen. Tussen 2020 en eind 2023 is 1436 hectare bos gerealiseerd, blijkt uit de Tiende Voortgangsrapportage Natuur die het Interprovinciaal Overleg en het ministerie van Landbouw afgelopen november publiceerden. Dat komt neer op 4 procent van de totaalopgave. „Het tempo van realisatie ligt daarmee ver achter op de gestelde doelen”, noteren de rapportschrijvers somber. „In plaats van een noodzakelijke versnelling, laten de cijfers na een eerste voorzichtige start tot en met 2022, een stagnatie zien in 2023.”

Hoe de vlag er nu bij hangt is onbekend. Pas na de zomer zijn de cijfers van rapportagejaar 2024 beschikbaar, laat een woordvoerster van uitvoeringsorganisatie BIJ12 weten. Dit heeft volgens haar te maken met de benodigde tijd voor de aanlevering van gegevens door provincies.

Het tempo van bosaanplant moet flink omhoog om de doelen te halen, beaamt Tiemen Brouwer, landelijk programmacoördinator nieuw bos bij Staatsbosbeheer. Zelf is hij trots op het feit dat zijn organisatie het afgelopen plantseizoen 250 hectare nieuw bos wist te realiseren. Sinds 2019 legde Staatsbosbeheer in totaal bijna 1500 hectare nieuw bos aan. Of de ambitie van 5000 hectare in 2030 haalbaar is? „Daar streven we nog steeds naar. Maar dan moeten we wel een versnelling maken.”

Trage vergunningverlening staat snelle aanplant van bossen in de weg. beeld Staatsbosbeheer, Marco van de Burgwal

Trage vergunningverlening

Een knelpunt is in veel gevallen de vergunningverlening. Brouwer: „Het duurt vaak heel lang voordat we een vergunning krijgen. Soms lukt dat zelfs helemaal niet en gaan projecten niet door waarin we al veel tijd en geld hebben geïnvesteerd.”

Staatsbosbeheer plant in principe alleen bomen aan op eigen terreinen. Toch is ook dan toestemming van de gemeente en de provincie vereist. „Soms heeft dat te maken met een functiewijziging. Je wilt bijvoorbeeld bos maken van grasland. Daarnaast hechten we aan goede afstemming met omwonenden.”

Met een crowdfundingsactie kunnen mensen geld inzamelen voor bijvoorbeeld een voedselbos

Niet altijd staan mensen te springen bij het idee dat er meer bos in hun omgeving komt. Particulieren zijn bijvoorbeeld gesteld op vrij uitzicht voor hun woning. Brouwer: „Daarmee proberen we dan rekening te houden. Op een aantal plekken hebben we er daarom voor gekozen een natuurlijke zichtlijn aan te brengen.”

Een andere uitdaging is de financiering. De kosten van de aanleg van bos nemen volgens Brouwer zienderogen toe. Deels heeft dat te maken met trage vergunningverlening. De personeelskosten gaan immers door, ook al gaat er geen schep in de grond. Daarnaast stijgen de kosten van aannemers en materialen.

Transitiefonds

Voor provincies is aanhoudende onzekerheid over de financiering een belangrijke reden voor de stagnerende bosaanplant, stellen de auteurs van de Tiende Voortgangsrapportage Natuur. Die onzekerheid komt mede door het wegvallen van het Transitiefonds, de zak met geld die toenmalig minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal beschikbaar had gesteld voor onder meer het uitkopen van boeren.

Noord-Brabant is de provincie die tot nu toe verreweg de meeste bosuitbreiding wist te realiseren. „We houden vast aan de gestelde doelen, we hebben een sterke uitvoeringsorganisatie –het Groen Ontwikkelfonds Brabant– en we werken nauw samen met lokale initiatieven”, verklaart gedeputeerde Hagar Roijackers (GroenLinks).

Het Groen Ontwikkelfonds Brabant heeft een aanpak bedacht die tijd en geld bespaart in het archeologisch vooronderzoek dat nodig is voor een vergunning. Roijackers: „Hierbij maken we gebruik van de expertise van een regioarcheoloog. In plaats van een standaard bureaustudie, laten we specifiek onderzoek doen naar de locatie. Zo worden middelen gerichter besteed.”

Gedeputeerde Hagar Roijackers. beeld Marc Bolsius Fotografie

De provincie probeert actief burgers te betrekken bij de vergroening. Zo is er een eigen crowdfundingsplatform, Brabanders voor Natuur. Daarmee kunnen mensen geld inzamelen voor bijvoorbeeld de aanleg van een voedselbos of voor de vergroening van een speeltuin. Ieder project maakt kans op een bijdrage van de provincie tot 5000 euro.

Gewei

Een van de gebieden waar Staatsbosbeheer de afgelopen jaren nieuw bos aanlegde, ligt nabij landgoed Broekhuizen, tussen Leersum en Wijk bij Duurstede. Aan de zuidkant van de Gooyerdijk kwam er in 2023 zo’n 8 hectare bos bij en aan de noordkant het jaar erop 10 hectare. In totaal plantten aannemers ruim 58.000 bomen en struiken aan, van negentien verschillende soorten. Het project kostte 3,5 ton en is grotendeels gefinancierd door de stichting Trees for All.

„Aan de zuidkant is het vrij nat; daar hebben we wilgen, zwarte els en berk aangeplant”

Marloes Kortlever-Boer, projectleider Staatsbosbeheer

„We kijken welke bomen en struiken passen bij de omgeving”, legt projectleider Marloes Kortlever-Boer van Staatsbosbeheer de werkwijze uit. „Ook nemen we de grondsoort en de waterbeschikbaarheid mee. Aan de zuidkant is het vrij nat; daar hebben we wilgen, zwarte els en berk aangeplant. De noordkant is droger. Daar hebben we soorten als haagbeuk, zomereik en zomerlinde neergezet.”

De boompjes zijn opgekweekt van zaad dat op terrein van Staatsbosbeheer wordt geoogst, om de inheemse oorsprong te garanderen. Rondom de aanplant is een raster geplaatst tegen wildvraat, dat blijft staan tot de boompjes groter zijn. „Er lopen daar veel reeën, die houden van jonge boompjes. Ook raken de bomen beschadigd als bokken er met hun gewei langs schuren.” De mannetjesreeën doen dat in het voorjaar, als de bast van hun gewei loslaat.

Een aannemer boorde vooraf gaten in de grond, waarin de jonge boompjes konden komen. beeld Marloes Kortlever

Sleedoornpage

Voorafgaand aan de bosaanplant vond eerst archeologisch en ecologisch onderzoek plaats. Het archeologisch onderzoek leverde geen bijzonderheden op; het ecologisch onderzoek wel. Er bleken namelijk beschermde soorten in het gebied voor te komen, waaronder de ringslang en de hazelworm. Kortlever: „We hebben daar rekening mee gehouden door voor voldoende zonnige plekjes te zorgen, waar de reptielen zich kunnen opwarmen.”

De sleedoorns zijn aangeplant met het oog op de sleedoornpage

Aan de zuid- en oostkant van het ontstane bos is een zoomvegetatie aangelegd met meidoorn en sleedoorn. Deze struiken zijn geliefd bij insecten als ze in bloei staan en bij vogels als ze bessen dragen. De sleedoorns zijn ook aangeplant met het oog op de sleedoornpage. Dit is een zeldzame oranje vlinder die zijn eitjes vrijwel exclusief afzet op sleedoorn. In het nabijgelegen natuurgebied Kolland en Overlangbroek komt al een populatie van de vlinder voor.

Beheerders zullen over zes jaar inventariseren welke planten en vogels er in het natuurontwikkelingsgebied voorkomen. Om de rust voor de fauna te bewaren, is het gebied niet openbaar toegankelijk. Wandelaars kunnen het bos vanaf een klompenpad bewonderen.

Jonge elzen bij Overlangbroek. beeld Marloes Kortlever
Vond je dit artikel nuttig?
Meer over
Natuurambitie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer