Haast is geboden om doelen voor bosaanplant te halen
Voor 2030 moet er in Nederland 10 procent meer bos zijn ten opzichte van 2020. Het Rijk, provincies en gemeenten zijn er druk mee. Ook waterschappen en Rijkswaterstaat dragen hun steentje bij, maar meer tempo is hard nodig.
Harrie Hekhuis kijkt vanonder zijn paraplu naar de druilerige regen die neerkomt op jonge boompjes. „Ze kunnen het nog goed gebruiken”, meent de programmadirecteur Bos en Klimaat van Staatsbosbeheer. De nieuwste aanwinsten die twee, drie jaar geleden op landgoed Slangenburg in Zelhem, ten oosten van Doetinchem zijn geplant, lijken niet erg hard gegroeid. „Deze mix van eik, beuk, haagbeuk, linde, zoete kers, esdoorn en els moet eerst goed wortelen.”
De nieuwe bospercelen zijn ruimtelijk opgezet, rond een kruispunt van zandpaden. Dat sluit aan bij de cultuurhistorie van het landgoed. „Agrarische percelen die honderden jaren open zijn geweest, gaan we niet ineens vol zetten met bomen.”
In de Nationale Bossenstrategie hebben rijk en provincies aangegeven dat ze het bosareaal met 10 procent wil uitbreiden om in 2030 uit te komen op 407.000 hectare. Dat is nodig om de biodiversiteit te versterken en klimaatverandering tegen te gaan. De vele bomen leggen CO2 vast.
Slangenburg
Van de 37.000 hectare die erbij komt, komt zo’n 15.000 in gebieden die deel zijn van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Dat verbindt natuurgebieden met elkaar, zodat planten en dieren zich gemakkelijk kunnen verspreiden. Staatsbosbeheer neemt de aanplant van 5000 hectare bos voor zijn rekening. De eerste 700 zijn in de afgelopen drie jaar aangelegd, zoals hier op Slangenburg. Dat betekent dat er vaart nodig is, want anders raken de doelstellingen voor 2030 uit zicht.
De provincies hebben de aan te planten bossen verdeeld, maar veel moet nog worden uitgewerkt. Grond en vergunningen zijn nodig. „Een weiland vol zetten met bomen, kan niet zomaar.” Procedures kosten meer tijd dan Hekhuis lief is. Om tijd te winnen wil hij ze niet, zoals nu, na elkaar, maar tegelijkertijd laten lopen. Het helpt ook als provincies en gemeenten vooraf aangeven waar ze bos willen hebben.
„Er zijn in Nederland geen witte plekken.” Daarom doen de keuzes soms pijn, ook in eigen huis, vertelt Hekhuis. Soms is ervoor gekozen alsnog bos te maken van grasland voor weidevogels waarvoor medewerkers zich hard hebben gemaakt. „Wij denken niet in tientallen, maar in honderden jaren, want zo lang gaan bomen mee. Als er op de lange duur geen toekomst is voor een weidevogelgebied, kunnen we daar beter iets anders van maken. Soms zijn akkers en weilanden verdroogd of te rijk aan stikstof om er schraal grasland van te maken. Dan is bos een beter alternatief.”
Recreatie
Om de resterende 19.000 hectare bos aan te planten van de 37.000 die er moet komen, wordt gekeken naar terrein rondom steden, waar ook recreatie mogelijk is. Hekhuis noemt als opties gebieden bij Lelystad en ten oosten van Utrecht. „De pandemie heeft duidelijk gemaakt hoeveel behoefte er is om te ontspannen in bos en natuur.”
Bij Dordrecht is onderzocht hoe bomen en struiken dijken beschermen tegen golfslag. Verder wordt gedacht aan overgangszones tussen landbouw- en natuurgebied, zoals de Maasheggen in Oost-Brabant en Noord-Limburg, waar bosschages weilanden afrasteren en daarnaast voedsel en schuilplaatsen bieden aan insecten en andere dieren. Het Louis Bolkinstituut onderzoekt of voedselbossen en andere vormen van ”agroforestry”, zoals strokenteelt tussen bomen, soelaas bieden.
Delen van rivieren die niet van belang zijn voor de doorstroming, zoals dode rivierarmen, lenen zich goed voor de aanleg van wilgen- en elzenbossen. Vaak ontstaan die spontaan. Deze boomsoorten kunnen goed tegen overstroming, waardoor zo’n gebied ook als waterberging kan dienen. Op hoger gelegen land is dan ruimte voor andere soorten bos die minder vaak onderlopen. Als rivieren breder worden, ontstaan er robuuste moerassen met bomen en struiken die CO2 opslaan en een thuis vormen voor allerlei dieren.
Niet alleen de overheid is druk met de aanplant van bomen. Particuliere initiatieven zijn er ook, zoals het wereldwijd actieve Trees for All en MeerBomenNu, een actie van Urgenda en andere organisaties, die dicht bij huis zaailingen en stekken verzamelen om ze elders toekomst te bieden. Recent verzamelden vrijwilligers in Gouda opkomende berken, elzen, en kornoeljes op terrein waar twee woontorens komen. De oogst ging gratis naar mensen die in eigen tuin hun steentje willen bijdragen. Hekhuis: „Fantastisch dat allerlei organisaties zich inspannen!”