Minister blij met vertaling koran
Minister Verdonk (Integratiebeleid), die donderdag in Den Haag het eerste exemplaar van een nieuwe Nederlandse vertaling van de koran in ontvangst heeft genomen, hoopt dat de vertaling zal helpen bij de integratie van moslims.
De vertaling is niet onomstreden, want de Lahore Ahmadiyya Beweging binnen de islam, die de opdracht gaf voor de vertaling, wordt door veel soennitische moslims als ketters beschouwd. Volgens Verdonk betekende haar aanwezigheid bij de presentatie van de vertaling dat zij die kritiek niet deelt.
In haar toespraak wees ze op de parallel met de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), waaraan even lang gewerkt is als aan de koranvertaling, namelijk tien jaar. „Ik hoop dat deze vertaling net zo’n succes zal zijn”, zei ze. Ze sprak de wens uit dat het lezen ervan een positieve invloed zal hebben op de integratie van moslims, vooral van de tweede en derde generatie. „Velen zijn op zoek naar hun identiteit. Als jongeren de koran lezen, kunnen zowel jongens als meisjes zelf keuzes maken.” De minister was blij met de aanwezigheid van een groot aantal vrouwen tijdens de bijeenkomst. „Emancipatie is goed, ik spoor moskeeën aan vrouwen een gelijkwaardige positie te geven.”
De bewindsvrouw zei dat ze graag zou zien dat over een aantal jaar in de moskeeën vooral in het Nederlands gepredikt zal worden door imams die geworteld zijn in de Nederlandse samenleving. Ze voegde eraan toe te hopen op een boodschap die mensen verbindt en geweld afwijst: „Nederland is een verdraagzaam land, waar homoseksuelen niet gediscrimineerd mogen worden en waar mannen en vrouwen gelijk zijn.”
Tijdens de bijeenkomst werd ook een exemplaar in ontvangst genomen door de vroegere premier A. A. M. van Agt, die vond dat de paus door zijn bezoek aan een moskee in Damascus een voorbeeld gegeven heeft.
De koran is uitgevoerd in een groene omslag en telt ongeveer 1500 bladzijden. Aan de rechterkant van elke pagina staat de Arabische tekst, aan de linkerkant de Nederlandse. Onder aan de pagina’s staan voetnoten, zo’n 3000 in totaal. Tijdens de presentatie werd het begin van de koran, ”De Opening”, zowel in het Arabisch als in het Nederlandse gelezen.
De ahmadiyya’s behoren tot een hervormingsbeweging die in de negentiende eeuw is gesticht. Ze worden door de islamitische meerderheid vaak niet als moslims beschouwd. Een van hun doelen is een terugkeer naar een toegankelijke koran. De nieuwe koranvertaling vervangt de versie uit 1934. De tekst is een vertaling van een Engelse versie die in de twintigste eeuw uit het Arabisch werd vertaald door Muhammad Ali. Vertaler is drs. Jeroen Rietberg, zelf geen moslim. Hij zei dat er bewust gezocht is naar een niet-moslim, om zodoende tot een goed leesbare vertaling te komen. De kunst was om toch zo dicht mogelijk bij de Engelse vertaling te blijven. Dat leidde tot veel gepuzzel, zoals in hoofdstuk 13, vers 103, waar de plaatsing van een puntkomma hem wekenlang heeft beziggehouden.
In zijn inleiding op de koran laat Muhammad Ali duidelijk blijken dat hij de koran superieur acht aan de heilige boeken van andere godsdiensten. De koran herstelt volgens hem de fouten die in de Bijbel voorkomen. Hij vertolkt ook de opvatting van de ahmaddiyya’s dat Jezus niet is gekruisigd maar een natuurlijke dood is gestorven, in Kasjmir. Wel heeft de koran volgens Ali een „ruimdenkende kijk” op andere religies. Strijd tegen ongelovigen is alleen toegestaan als zelfverdediging, als de tegenstanders oorlogvoeren tegen de islam.
A. S. Santoe van Lahore Ahmadiyya zei tijdens de paneldiscussie dat er over de heilige strijd, de jihad, veel vooroordelen bestaan. Ze zijn al oud en hebben voeding gekregen na de val het communisme, toen het Westen een nieuwe vijand zocht. Er zijn volgens hem veel verkeerde interpretaties van de koran. Zo betekent, volgens hem, jihad niet een ten strijde trekken tegen anderen, maar een innerlijke strijd tegen het slechte in jezelf.