Meditatie: Het zal wel zijn
Job 1:21
„En hij zei: Naakt ben ik uit mijner moeders buik gekomen en naakt zal ik daarheen wederkeren. De HEERE heeft gegeven, de HEERE heeft genomen, de naam des HEEREN zij geloofd!”
De Sunamitische vrouw had haar beminde, enige zoon verloren door de dood; maar de Heere sterkte in die bange weg zodanig haar hart, dat zij zeggen mocht: „Het zal wel zijn!” (2 Koningen 4:23). Als God in een bange weg van tegenspoed de ziel van Zijn volk met Zijn genadige nabijheid verkwikt, dan roepen ze ook van ziekbedden en uit andere noden: „Het zal wel zijn! Al Gods wegen zijn wijsheid en goedheid. De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de naam des Heeren zij geloofd! En dit is maar een lichte verdrukking die zeer haast voorbijgaat.”
Ik heb een oude, godzalige man gekend die vrolijk psalmen zong toen zijn godvrezende vrouw was overleden en nog boven de aarde stond. Zijn vrome vrienden gingen er op een avond heen, om hem in zijn zwaar verlies wat op te beuren, en vonden hem geheel alleen in huis; maar hun opbeuring had hij niet nodig, want hij zat naast de doodkist van zijn overleden vrouw lustig psalmen te zingen en de Heere groot te maken.
Menigmaal heb ik des Heeren kinderen horen roemen in wat Gods genade aan hun zielen vermocht in de bange dag van tegenspoed. De Heere verkwikt weleens bijzonder de zielen van Zijn volk op het doodsbed; als Jezus ziekenbezoeker is, en de ziel vertroost en nabij is, zodat zij met blijdschap mogen afreizen naar het zalige vaderland hierboven.
Wulfert Floor,
oefenaar te Driebergen
(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)