OpinieOpinie

Zelfverstaan vraagt om Bijbels evenwicht

Jezelf zijn, dat is een van de geboden van nu. Niet jezelf wegcijferen, maar aandacht vragen voor je eigenheid. Waar komt dit vandaan en hoe is dat te evalueren? Zelfverstaan heeft alles met het innerlijk te maken. Laten we dicht bij huis blijven en zien wat er vanuit het innerlijke leven met God te zeggen valt over zelfverstaan.

J.N. Mouthaan
5 July 2024 23:00
„In het Bijbelse zelfverstaan komen vier zaken tot hun recht: Gods belofte, Gods vrijheid, menselijke afhankelijkheid en menselijke nederigheid.” beeld iStock
„In het Bijbelse zelfverstaan komen vier zaken tot hun recht: Gods belofte, Gods vrijheid, menselijke afhankelijkheid en menselijke nederigheid.” beeld iStock

David wil voor de HEERE een huis bouwen, lezen we in 2 Samuël 7. De HEERE wil echter niet dat Dávid voor Hem een huis bouwt. Het is waar dat God beloofd had op een plaats in bijzondere zin te zullen wonen als het volk rust van al zijn vijanden had gekregen (Deuteronomium 12:10-11), maar God Zelf bepaalt wanneer die tijd is aangebroken en dat is nu nog niet. God is vrij, ook over Zijn eigen Woord.

God zal voor David een eeuwig huis bouwen: „Uw huis zal bestendig zijn, en uw koninkrijk tot in eeuwigheid.” David erkent daarop zijn nietigheid en is onder de indruk van Gods goedheid. Hij beseft zijn diepe afhankelijkheid en looft de HEERE.

De vervulling verduidelijkt deze messiaanse profetie verder. Hier spreekt de Vader over Zijn Zoon en zorgt de Geest voor een gelovig en nederig ontvangen van de beloofde Messias.

Krachtige illustratie

Deze geschiedenis is een krachtige illustratie van het Bijbelse zelfverstaan. Daarin komen vier zaken naar voren: Gods belofte, Gods vrijheid, menselijke afhankelijkheid en menselijke nederigheid.

  1. Gods belofte: Had God niets beloofd, David zou niet zeker zijn geweest.

  2. Gods vrijheid: God verbindt Zich door Zijn belofte aan mensen, maar Hij blijft vrij in de wijze waarop Hij deze belofte vervult.

  3. Menselijke afhankelijkheid: Wanneer een mens Gods belofte verneemt, dan blijft deze belofte van God. De mens beschikt er niet over; hij ontvangt slechts.

  4. Menselijke nederigheid: Waar God Zijn genadige belofte brengt, daar wordt een mens nederig.

Deze vier punten kunnen we samenvatten met de Bijbelse uitdrukking ”vreze des Heeren”. De Heere vrezen is ontzag voor Hem hebben. Dat ontzag uit zich in liefde. Ontzag drukt afhankelijkheid en nederigheid uit. Men beseft te staan voor een hoge God. Maar vanuit het vernemen van Gods genadige belofte ontvlamt ook liefde tot God.

Zelfverstaan

Het is waardevol om 2 Samuël 7 toe te passen op onze tijd. Maar eerst een definitie van zelfverstaan. Zelfverstaan is wat een mens over zichzelf gelooft in gunstige zin. Zelfverstaan is te onderscheiden van zelfkennis. Zelfkennis bevat lang niet altijd gunstige gedachten over de persoon, terwijl dat bij zelfverstaan wel het geval is. Zelfkennis zegt slechts hoe de zaak is, zelfverstaan reikt verder en geeft ook aan welke waarde iemand aan zichzelf toekent. Een gezond zelfverstaan leidt tot een gezonde duiding van de zelfkennis. Wie weet dat een mens kwetsbaar, afhankelijk en schuldig is, zal daar in zijn zelfverstaan rekening mee houden.

In de toepassing op onze tijd gaan we eerst in vogelvlucht langs een paar hoofdmomenten uit de geschiedenis. Zelfverstaan spits ik daarbij toe op twee vragen: 1. Hoe verhoudt de kennis die God heeft zich tot de kennis die wij hebben? Hierin komen Gods vrijheid en onze nederigheid en afhankelijkheid terug. 2. Hoe functioneert Gods belofte als bron van zekerheid? Hier ligt de werkelijkheid van Gods openbaring achter. Beide aspecten zijn in de geschiedenis van 2 Samuël 7 in evenwicht.

Zoektocht naar evenwicht

In de Vroege Kerk erkent men een duidelijk verschil tussen de kennis die God heeft en de kennis die mensen hebben. God kent de dingen het beste en wij mensen zoeken met vallen en opstaan de dingen te kennen die God reeds kent. Gaat het over Gods belofte als bron van zekerheid, dan treffen we in de Vroege Kerk grote aarzeling aan. De hoofdlijn lijkt te zijn dat zekerheid gedurende het leven onbereikbaar is. Er is in de Vroege Kerk dus nog niet het Bijbelse evenwicht dat we in 2 Samuël 7 aantreffen. In de middeleeuwen zet dit spoor uit de Vroege Kerk zich in principe voort.

De Reformatie vormt een beslissend keerpunt en is feitelijk het moment waarop de kerk het evenwicht tussen beide genoemde aspecten (Gods kennis en onze kennis, Gods belofte als bron van zekerheid) vanuit de Schrift herontdekt: persoonlijke zekerheid wordt bereikbaar voor iedere christen. Luther: „Geloof je het, dan heb je het. Geloof je het niet, dan heb je niet.” Met het uiterlijke aspect van de belofte zijn direct de vastheid en de zekerheid van de belofte gegeven. Zij is niet gebaseerd op de innerlijke waardigheid van een zondaar, maar op Gods vrije initiatief en zij heeft Christus als inhoud.

Strijd om evenwicht

De kerk heeft in de ontdekking van de bevrijdende kracht van Gods beloftewoord iets groots, maar ook iets ontzagwekkends ontdekt. Direct na het vinden van het evenwicht ontbrandt de strijd over wat dat gevonden evenwicht nu precies waard is.

Als eerste ging de strijd over de vraag welke zekerheid de belofte van God aan een zondaar geven kan. Luther zei uiteindelijk dat deze zekerheid een zekerheid voor het moment was. Rome wees de gedachte dat Gods belofte zekerheid bood aan de individuele gelovige af. Gereformeerden geloofden in verkiezingszekerheid door de belofte.

In de tweede plaats ging de strijd over de vraag hoe de ontdekking van Gods belofte zich nu verhield tot Gods vrijheid en onze nederigheid en afhankelijkheid.

  1. Luther stelt dat de Geest altijd alleen door het Woord werkt en dat Woord en Geest niet in werking van elkaar te (onder)scheiden zijn. Het latere lutheranisme wijst het onderscheid tussen uitwendige en inwendige roeping dan ook af. Hier wordt de ontdekking van Gods belofte te groot gemaakt en krijgt Gods vrijheid te weinig ruimte.

  2. De radicale reformatie stelt de Geest los van het Woord voor. Dat leidt tot een vrijere en soms kritische omgang met de Schrift. De afstand tussen Schepper en schepsel raakt naar de achtergrond.

  3. In de gereformeerde reformatie wordt het Woord in werking wel van de Geest onderscheiden, maar is de Geest tegelijk aan het Woord gebonden. Hier wordt het evenwicht van 2 Samuël 7 het zuiverst geformuleerd. Dit geeft ruimte aan de vrijheid van God; de Geest doet met het Woord wat Hij wil. Het verschil tussen Schepper en schepsel komt daarmee tot zijn recht. Tegelijk doet de Geest met het Wóórd wat Hij wil, niet met iets anders. Dat geeft een duidelijke binding aan de Schrift.

Emancipatie en evenwicht

Ten diepste vinden de hedendaagse discussies plaats op basis van hetzelfde grondpatroon als in de zestiende eeuw. Ik geef vijf typeringen.

  1. De lijn vanuit de radicale reformatie. Deze lijn kent een seculiere en een christelijke variant. De seculiere variant is te typeren als buitensporige persoonlijke zekerheid, die ten koste gaat van de erkenning van het verschil en de afstand tussen de Schepper en het schepsel. Het is de meest radicale vorm van moderniteit. Het innerlijk is allesbepalend. Gezag is nooit vanzelfsprekend. Deze vorm van moderniteit is springlevend en zeer dominant, maar uiterst kwetsbaar. Ze heeft zich namelijk losgesneden van de bron van zekerheid, Gods belofte. Het is een zekerheid zonder externe bron.

De christelijke variant komt hierin overeen en legt eveneens grote nadruk op het innerlijke, het kneedbare van het uiterlijke en het absolute van de persoonlijke zekerheid. Het verschil is dat men dit religieus zoekt te onderbouwen. De vrijheid van God en de menselijke nederigheid en afhankelijkheid krijgen hierbij echter nauwelijks ruimte. Ook het uiterlijke beloftewoord van God is hier geen blijvend rustpunt meer. De persoonlijke zekerheid is er misschien mee begonnen, maar heeft zich er vervolgens van geëmancipeerd en is een ontwortelde zekerheid geworden.

  1. De lijn vanuit Trente. Deze is te typeren als een terugschrikken voor de verwoestende gevolgen van het individualisme en als gevolg daarvan een opnieuw benadrukken van het verschil tussen Schepper en schepsel en een afwijzing van persoonlijke zekerheid. Men vlucht weg voor het individualisme en zoekt houvast in het instituut (de Rooms-Katholieke Kerk), dat symbool lijkt te staan voor stabiliteit, zekerheid en traditie. Hier wordt echter de kracht van Gods belofte ontkend.

  2. De lijn vanuit Luthers avondmaalsleer. Die is te typeren als een focus op zekerheid die uitsluitend buiten ons ligt en dus zogezegd geen bevindelijke component heeft. Deze visie ontstaat eveneens vanuit een reactie op het individualisme. In plaats van het instituut kiest men echter voor de sacramenten als bron van zekerheid en houvast. Deze lijn kent aan het sacrament te veel waarde toe. Ook krijgt de vrijheid van God geen ruimte.

  3. De deformatie van de gereformeerde lijn zou ik de gedeformeerde lijn willen noemen. Wanneer de gereformeerde visie op zekerheid als verkiezingszekerheid wordt misbruikt, zijn de gevolgen niet te overzien: als de zekerheid in Gods belofte zo absoluut is, dan wordt een mens gemakkelijk zorgeloos. Gemakkelijk verwijdert de levenswandel zich dan van de toonhoogte van het Evangelie. Men is bevrijd van de angst voor het oordeel en de knagende onzekerheid is weg, maar de afhankelijkheid en de nederigheid blijven achterwege. Dat de Geest altijd in een weg van afhankelijkheid en nederigheid verzekert, wordt hier vergeten.

  4. De gereformeerde lijn kenmerkt zich door een voortdurend zoeken naar het evenwicht uit 2 Samuël 7. Er is verschil tussen de Schepper en het schepsel, ook in wat beide aan kennis bezitten. Tegelijk is er dankzij Gods genadige Zelfopenbaring persoonlijke zekerheid mogelijk.

Deze zekerheid is een voluit bevindelijke zaak. Wanneer er overeenkomst is tussen het Woord van de belofte en het werk van de Geest in het hart, dan is de grondslag voor de zekerheid gelegd. Die zekerheid ligt in de belofte, maar kan niet zonder de uitwerking van de belofte bij wijze van echo in het hart. Hier gaat de meest vrijmoedige aanspraak op Gods beloften samen op met de diepste nederigheid. Deze zekerheid laat God vrij in de wijze waarop Hij Zijn belofte vervult. Dit voedt afhankelijkheid en nederigheid. Deze zekerheid bindt nauw aan het Woord en is dienstbaar richting de gemeenschap.

Wij hebben dit Bijbelse evenwicht uit 2 Samuël 7 vandaag broodnodig. Het is onmisbaar in de confrontatie met de moderniteit.

De auteur is verbonden aan het studiesecretariaat Schriftgezag vanuit de Gereformeerde Gemeenten. Dit artikel is een samenvatting van de lezing getiteld ”Wie ben ik en wat is mijn huis? Modern zelfverstaan in Bijbels-theologisch perspectief”, die hij op 5 juli hield voor het Centrum voor Godsdienstonderwijs (CGO).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer