Hoopvol onderwijzen biedt leerling perspectief in onzekere tijden
Onderwijs kan de vele onzekerheden die ook kinderen en jongeren in onze tijd ervaren niet wegnemen. Onderwijs kan wél een plek zijn waar we kinderen en jongeren vanuit een fundament van vertrouwen, liefde en hoop tegemoettreden.

Het leven in de huidige tijd is door tal van crises al geruime tijd vol van onzekerheden. Daarbij komt dat er in onze op maakbaarheid en beheersing gerichte samenleving steeds meer nadruk is komen te liggen op de gedragsmatige dan wel uiterlijke kant van onderwijs en opvoeding. Die is namelijk veel gemakkelijker te volgen, te monitoren en te beïnvloeden dan de meer innerlijke zaken. Dat alles heeft op diverse manieren invloed op onder meer het mentaal welzijn van kinderen en jongeren.
Het christelijk onderwijs mag putten uit bronnen die van onschatbare waarde zijn voor mensenlevens
In het algemeen is het in onze tijd vooral voor jonge mensen niet gemakkelijk om zich tot het leven te leren verhouden. De moderne mens heeft zelf de taak zijn bestaan zin te geven. De bron van zingeving moet steeds meer gezocht worden in het eigen innerlijk. Op veel levensterreinen hebben kinderen en jongeren niet alleen de ruimte, maar ook de plicht om authentieke keuzes te maken.
Hoe waardevol keuzevrijheid ook is, ze heeft ook een keerzijde. We moeten constateren dat de moderne mens anno nu achterblijft met zijn of haar eigen existentiële vragen en eenzaamheid. In een tijd die veel angst en onzekerheid kent, hebben we te maken met een generatie die op zoek is naar betekenis. Welk appel doet dit op onderwijs?
Vertrouwen
Als pedagoog kan ik niets anders doen dan de pedagogische functie van het onderwijs onderstrepen. Vooral wanneer we geconfronteerd worden met zo veel kinderen en jongeren die worstelen om hun plaats in de wereld te vinden. De Pools-Joodse kinderarts en pedagoog Janusz Korczak formuleerde in zijn tijd (voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog), die ook vol onzekerheden was, treffend: „De opvoeder heeft niet de plicht de verantwoording voor een verre toekomst op zich te nemen, maar hij is wel volledig verantwoordelijk voor de huidige dag.”
Kinderen en jongeren hebben recht op levensbeschouwelijke vorming
Daar is vertrouwen bij nodig: vertrouwen dat het zin heeft om met kinderen en jongeren op te trekken, hen met de wereld kennis te laten maken en hen uit te nodigen om in die wereld op unieke wijze van betekenis te zijn. Vertrouwen dat onderwijzen zin heeft, ook al kennen we de uitkomsten niet en weten we ook niet hoe de toekomst zal zijn.
Daarom is het van groot belang om vertrouwen in leven te houden en verder aan te wakkeren. Dat kan door onszelf en elkaar te inspireren met en aan te moedigen door verhalen van hoop en vertrouwen. Verhalen die ruimte maken voor menselijkheid en medemenselijkheid en zo tegenwicht bieden aan de nadruk die in onze tijd en cultuur gelegd wordt op maakbaarheid, beheersingsdrang, instrumentaliteit en prestatie. Verhalen die een perspectief bieden om een leven vol onzekerheden toch in vertrouwen aan te durven.
Christelijk onderwijs
Dergelijke ”tegenverhalen” kunnen gevonden worden in uiteenlopende levensbeschouwelijke tradities, die tot op de dag van vandaag een krachtige bron van zin en inspiratie kunnen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat scholen een waardevolle rol kunnen én moeten spelen als het gaat om het helpen van leerlingen bij het vinden van hun weg in het leven. Die taak en roeping ligt er zeker ook voor christelijk onderwijs. Christelijk onderwijs biedt bijzondere mogelijkheden om leerlingen een toekomstperspectief mee te geven en hen te begeleiden bij de dingen die ook in hun jonge levens al op hun pad komen. Het christelijk onderwijs mag putten uit bronnen die tot op de dag van vandaag van onschatbare waarde zijn voor mensenlevens.
Levensbeschouwelijke rechten
De Duitse godsdienstpedagoog Schweitzer stelt, mede op basis van de Conventie voor de Rechten van het Kind, dat kinderen het recht hebben om ondersteund te worden in het omgaan met existentiële vragen. Zelf spreek ik in deze lijn graag over het recht van kinderen en jongeren op levensbeschouwelijke vorming, die bestaat uit het stimuleren en bevorderen van de persoonsvorming van kinderen en jongeren op het terrein van zinvragen en zingeving. Vanzelfsprekend dient dit te gebeuren met respect voor de eigenheid en uniciteit van de jongere.
Leerkrachten moeten vertrouwen ervaren van schoolleiding, bestuur, politiek en samenleving
Leerkrachten hebben hierbij als belangrijke taak vertrouwen uit te stralen en voor te leven ten overstaan van hun leerlingen. Zodat geloof, hoop en liefde echt op het niveau van de klas concreet handen en voeten krijgen. Om dat te kunnen doen is het van groot belang dat leerkrachten op hun beurt ook vertrouwen ervaren van schoolleiding, bestuur, politiek en samenleving.
Dat vertrouwen dient ook concreet gemaakt te worden in de tijd, ruimte en middelen die we aan (startende) leerkrachten geven voor vorming en toerusting. Binnen het christelijk onderwijs is het hierbij van grote betekenis dat ook de voortgaande bezinning ondersteund wordt in wat de christelijke traditie concreet kan betekenen in het leven van alledag voor kinderen en jongeren van nu, met alles wat hen bezighoudt en waar zij zich zorgen over maken.
Prachtig ambacht
Onderwijs kan de vele onzekerheden die ook kinderen en jongeren in onze tijd ervaren niet wegnemen. Onderwijs kan wél een plek zijn waar we kinderen en jongeren vanuit een fundament van vertrouwen, liefde en hoop tegemoettreden. Dat fundament geeft leerkrachten elke dag opnieuw weer zin en betekenis om met kinderen aan de slag te gaan. Vanuit die basis mogen én kunnen zij, ondanks alles in de wereld wat zo kan beangstigen of de moed kan ontnemen, hoopvol onderwijzen en leerlingen perspectief bieden. Daarom moet het prachtige ambacht van onderwijzer juist ook nu, in onzekere tijden, gekoesterd en ondersteund worden.
De auteur is hoogleraar onderwijs in levensbeschouwelijk en pedagogisch perspectief aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Dit artikel is een beknopte samenvatting van de lezing die zij op 1 april gaf tijdens de door Hogeschool Driestar georganiseerde Startersdag, voor leerkrachten die minder dan vijf jaar voor de klas staan.