Zorgen over toenemend geweld tegen christenen in Israël
Antichristelijk sentiment in Israël is een thema waarnaar zorgvuldig gekeken moet worden, stelt Nicole Schiavi Jansezian, onafhankelijk journaliste in Jeruzalem. „Helaas wordt het onderwerp vaak ofwel genegeerd, ofwel misbruikt.”
„In pro-Israëlische kringen wordt het thema liever onder het tapijt geschoven, omdat het niet past in hun perceptie van Israël. In anti-Israëlische kringen wordt het misbruikt in de duiding van Israëls minderhedenbeleid”, aldus Jansezian . Het onderwerp daarom laten liggen, is voor haar echter geen optie.
Jansezian heeft een hart voor Israëls minderheden. Geboren en getogen in de Verenigde Staten kwam zij ruim twintig jaar geleden naar Israël, waar zij sindsdien werkt als verslaggeefster. Haar man behoort tot de kleine christelijke Armeense minderheid, een groep die al 1700 jaar onderdeel is van het veelkleurige weefsel dat Jeruzalem heet.
„Antichristelijk sentiment in Israël is niets nieuws", aldus Jansezian. „Al jaren zijn er met regelmaat incidenten, waarbij het meestal gaat om zichtbaar Joodse Joden –denk aan ultraorthodoxe Joden– die zichtbaar christelijke christenen –denk aan geestelijken– bespugen."
Volgens de journaliste is het de ingewikkelde Joods-christelijke geschiedenis die de relaties van vandaag de dag overschaduwt. „Het Joodse lijden onder christelijk bewind en de gedwongen bekeringen uit het verleden worden geprojecteerd op de plaatselijke christenen en hun symbolen.”
Openlijk christendom en (potentiële) evangelisatie raken in vele contexten nog altijd een zeer gevoelige snaar in Israël. Illustratief is hoe zelfs grotendeels seculiere wijken in Jeruzalem op stelten staan als daar evangelisatiemateriaal uitgedeeld wordt.
Nationalisme
Sinds kort neemt Jansezian een verschuiving waar van religieus gemotiveerd geweld naar nationalistisch gekleurd geweld. „Ik zie een verandering in de hoeveelheid geweldsincidenten, in het soort daders en in de doelwitten van de aanvallen.”
Een waarneming die bevestigd wordt in een onderzoek door het Rossing Center in Jeruzalem dat begin deze maand werd gepubliceerd. „De verschuiving van het politieke spectrum naar extreemrechts, een groeiend bewustzijn van nationalisme en het steeds nadrukkelijker focussen op Israël als allereerst Joodse staat, ondermijnen het gelijkheidsgevoel van minderheden in Israël”, stelt het rapport van het Rossing Center voor educatie en dialoog.
Ook Jansezian ziet een verband met de opkomst van politiek leiders zoals Ben Gvir en Smotrich, die een rechts-nationalistisch publiek aanspreken. „Nationalistisch gemotiveerd geweld is overigens niet allereerst antichristelijk”, verheldert Jansezian. „De crux zit hem in het niet-Joodse van de doelen; maar christenen zijn wel degelijk slachtoffer.”
In 2023 waren er volgens het Rossing Center in Israël elf gevallen van verbale intimidatie tegen christenen, zeven gewelddadige aanvallen, 32 beschadigingen van kerkelijke eigendommen, een schending van een christelijke begraafplaats en 30 formeel gemelde gevallen van bespugingen van geestelijken en pelgrims. Een significante stijging ten opzichte van 2022.
Jansezian heeft de toename van gewelddadigheden zelf ook ervaren. Lopend door de steegjes van de Armeense wijk in de Oude Stad van Jeruzalem werd ze geconfronteerd met graffitileuzen: ”Dood aan de christenen, dood aan de Armeniërs, dood aan de Arabieren”. Ook kreeg ze uit de eerste hand melding van de vernieling van een Armeens restaurant door Joods ogende vandalen. Recent was ze getuige van grimmige rellen in het kader van een omstreden pachtovereenkomst die een kwart van de Armeense wijk moet gaan omvatten. Gewapende Joodse jeugd voegde zich bij het oproer en schreeuwde opruiende en discriminerende leuzen naar de daar aanwezige Armeniërs.
Splintergroepen
De journaliste ziet met lede ogen aan hoe de spanning en achterdocht tussen groepen toeneemt. „Veel christenen voelen zich met reden bedreigd”, zegt ze. „Toch is het belangrijk te benadrukken dat de geweldplegers randgroepen vertegenwoordigen. Het zijn juist ook Joodse Israëliërs die de zaak van de christenen onder de aandacht brengen en de sociale strijd aanbinden. Zo wordt het Rossing Center door Joden geleid en zijn er Joden die bijvoorbeeld de processies vanuit de Heilige Grafkerk begeleiden. Eveneens is er recentelijk op initiatief van een Israëlische journaliste een hotline geopend waar melding van antichristelijk geweld gedaan kan worden.”
„Er is ook een andere kant: het zijn juist ook Joodse Israëliërs die de zaak van de christenen onder de aandacht brengen” - Nicole Schiavi Jansezian, onafhankelijk journaliste in Jeruzalem
Ook het Rossing Center wijt antichristelijk geweld aan het handelen van kleine splintergroepen, waarbij het centrum echter opmerkt dat deze groepen „hoewel klein, groeien in grootte”.
Veroordelingen
De vraag of de Israëlische autoriteiten voldoende doen, kan Jansezian niet met stelligheid beantwoorden. Op officieel niveau zijn inmiddels vele verklaringen afgegeven die de geweldplegingen en bedreigingen veroordelen, waaronder door het opperrabbinaat, door president Herzog, door de nationale politie en door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook vanuit ultra-orthodoxe hoek kwam afkeuring, in de vorm van plakkaten die opgehangen werden in de Oude Stad van Jeruzalem, evenals instructies van rabbijnen aan eigen achterban.
Volgens de politie zijn er in 2023 16 onderzoeken geopend en 21 arrestaties en detenties uitgevoerd in verband met aanvallen op christenen. Ondanks de publieke afkeur en het politieoptreden is het fenomeen echter verre van uitgeroeid. „Een tijdje terug belandde een Armeense jongen na mishandeling in het ziekenhuis”, zegt Jansezian. „De mishandeling had een antichristelijke context en voor zover wij weten is de dader nog niet opgepakt. We weten niet of het onwil is, of dat het het resultaat is van het slome overheidsapparaat, of eventueel door problemen in de bewijsvoering.”
Of er belangrijke veranderingen in de problematiek zijn sinds het uitbreken van de oorlog, op 7 oktober, kan Jansezian niet bevestigen. „Berichtgeving over de Israël-Hamasoorlog heeft momenteel de overhand”, constateert ze. Wel veronderstelt ze dat de oorlog alleen maar verdere verdeeldheid in de hand zal werken, zowel tussen bevolkingsgroepen als tussen groepen onderling. „Onder lokale christenen proef ik een heel spectrum aan meningen. De meeste christenen in Israël zijn etnisch dan wel cultureel Arabisch en willen een Palestijnse staat, hoewel niet allen daar zelf deel van zouden willen uitmaken. Velen hebben familieleden in de Palestijnse Autoriteit en Gaza, en onder hen zijn in deze oorlog helaas slachtoffers gevallen. Ook raakten kerken beschadigd. Sommigen noemen zich Palestijn, zelfs al zijn ze Israëlisch staatsburger, anderen besluiten dienst te doen in het Israëlische leger.”
Aanbevelingen
Afsluitend benadrukt Jansezian het belang van onderwijs en het nastreven van groei in inzicht en kennis. „Het tij is te keren. Veel van de antichristelijke problematiek is gestoeld op veronderstellingen, gevoed door onbekendheid en onbegrip.”
Ook het Rossing Center denkt dat antichristelijke incidenten te voorkomen zijn. Het onderzoeksrapport bevat verschillende aanbevelingen, waaronder het vergroten van politieaanwezigheid op kritieke locaties, het aanbieden van trainingen voor de lokale autoriteiten, het politiepersoneel en de christelijke gemeenschappen zelf, en daarnaast het verbeteren van de lesstof over christendom op Israëlische scholen, het verhelderen van communicatielijnen en het aanmoedigen van christenen om aanvallen te melden.