In Best verlaten oude medische scanners de opknapfabriek in betere vorm dan ooit tevoren
Grote medische apparaten inzamelen, repareren en verbeteren? Philips doet dat steeds vaker, vanuit de fabriek in Best.
Wie Philips zegt, denkt aan Eindhoven. Maar aan Best denken kan net zo goed. Net als in Eindhoven heeft Philips in Best een campus waar veel onderzoek wordt gedaan. En wat er ook in Best is? Een fabriek waar gebruikte medische apparaten worden opgeknapt en weer worden doorverkocht.
Philips is al zo’n dertig jaar bezig met het inzamelen en opknappen van oude gebruikte apparaten, maar de laatste jaren is het tempo waarin dat gebeurt omhooggegaan. Alleen vorig jaar al kregen honderden grote medische apparaten een opknapbeurt in Best, vertelt Robert Metzke, hoofd duurzaamheid bij Philips.
„Wereldwijd draaien er inmiddels meer dan 10.000 Philipsapparaten die een tweede of zelfs derde leven hebben gekregen” - Robert Metzke, hoofd duurzaamheid bij Philips
Het gaat om CT-scanners, die met röntgenstraling beelden maken van lichamen en lichaamsdelen; om MRI-scanners die met radiogolven en magneetvelden beelden kunnen maken van organen, botten, pezen, zenuwen, bloedvaten en spieren. En het gaat om een aantal andere grote medische apparaten. Het zijn machines die uit duizenden verschillende onderdelen bestaan en vele honderdduizenden euro’s kosten.
Opknapbeurt
Op papier oogt het simpel. Philips koopt oude, gebruikte of afgeschreven apparaten op en vervoert ze naar Best. Daar worden ze onderzocht en gedesinfecteerd. Zijn ze kapot, dan worden de nog goede onderdelen eruit gehaald en opnieuw gebruikt. Zijn ze beschadigd, dan worden ze uitgedeukt en/of opnieuw gespoten. Zijn er onderdelen kapot, dan worden die gerepareerd of vervangen. Bovendien krijgen de ingezamelde machines een software-update. „Na de opknapbeurt zijn deze apparaten in betere staat dan toen ze in Best aankwamen”, zegt Metzke. „Ze zijn zelfs beter dan ze ooit waren.”
Naast milieuvoordelen, zoals het hergebruik van grondstoffen en materialen, heeft Philips financieel baat bij het inzamelen en opknappen van de apparaten. Want zo kan Philips ze voor de tweede keer verkopen.
„Gemiddeld zijn ze zo’n 25 procent goedkoper dan vergelijkbare nieuwe”, meldt Metzke. Het zijn vooral privéklinieken in Duitsland, Japan en de Verenigde Staten die ze kopen. Die klinieken hoeven, in tegenstelling tot academische ziekenhuizen, niet het allermodernste materiaal te hebben en zijn daarnaast over het algemeen zeer kostenbewust.
China
Wel merkt Philips dat ziekenhuizen meer interesse krijgen in de tweedehandsapparaten – het idee om duurzamer te gaan werken, dringt ook daar inmiddels door. Philips verwacht de komende jaren meer belangstelling vanuit die hoek voor zijn gereviseerde scanapparaten. Overigens zijn er landen – China bijvoorbeeld – die de import van tweedehands medische apparatuur niet toestaan.
Volgens Metzke draaien er in de wereld inmiddels meer dan 10.000 Philipsapparaten die een tweede of zelfs derde leven hebben gekregen. Dat aantal moet verder omhoog. Dat kan ook: bij het ontwerp van nieuwe scanners en andere apparaten wordt nu beter gekeken naar de mogelijkheid om ze in een later stadium weer op te knappen.
Philips wil toe naar afspraken met kopers van nieuwe apparaten: dat Philips al bij de aankoop een inruilverzoek doet, of dat de klant zo’n verzoek doet als part of the deal. En het concern is afgelopen jaar ook begonnen met het inzamelen van kleinere medische apparatuur, zoals patiëntmonitoringssystemen. Daar wil Philips meer werk van gaan maken.