Uitleg: hoe een circulaire economie productieketens sluit
Circulair is hip. Het wordt –net als de term duurzaam– haast willekeurig voor woorden geplakt. Dan krijg je: circulair ondernemen, circulair bouwen, circulair inkopen, circulaire stad. En dat alles met het grote doel: een circulaire economie.
Dat is het eindpunt waar Nederland in 2050 moet zijn en wat tijdens deze derde editie van de Week van de Circulaire Economie volop in de schijnwerpers staat.
Wat is circulariteit?
Het woord zegt het al: in circulair zit cirkel. En een cirkel is rond. Zo gaat het bij circulariteit om het sluiten van productieketens, om het vormen van kringlopen. Is iets rijp voor de prullenbak? Dan verdwijnt het niet op de vuilnisbelt, maar dient het als basis voor een nieuw product. Het wordt volledig hergebruikt.
Dat is toch niet anders dan recycling, en dat bestaat al vele jaren?
Op het eerste gezicht lijkt er weinig verschil te zijn. Toch gaat de circulaire economie verder. Recycling richt zich op het zo goed mogelijk hergebruiken van afval dat aan het eind van een keten ontstaat. Circulair denken begint bij het begin. Al bij het ontwerp van verpakkingsmateriaal of van een paar hippe sneakers wordt er rekening gehouden met het tweede leven van een product. Bovendien moet de kwaliteit van het nieuwe artikel ten minste gelijkwaardig zijn aan het oude, en dat is bij recycling vaak anders.
Toch is er wel enigszins sprake van nieuwe wijn in oude leren zakken. Al in 2002 kwamen de Amerikaan William McDonough en de Duitser Michael Braungart met de idee van circulaire producten. Ze noemden het alleen anders: cradle-to-cradle (C2C), van wieg tot wieg. Hun boek had de ondertitel ”Remaking the way we make things”. In de Nederlandse versie was dit vertaald in het veelzeggende: ”Afval = grondstof”. Een circulaire economie is cradle-to-cradle in het groot: voor alle producten en ketens.
Waarom naar een circulaire economie?
De kringloopeconomie is bittere noodzaak. De voorraad grondstoffen op aarde is eindig. Als de grondstoffencirkel niet rond wordt, eindigt steeds meer nuttig materiaal op de vuilnisbelt.
Afval bevat dan ook kostbare grondstof en is geld waard. De plek waar zich het meeste afval bevindt en waar circulariteit allereerst vorm moet krijgen, zijn de steden. Daarop is de term ”urban mining” gebaseerd. Het schildert een tafereel met steden als ‘goudmijnen’ en met vuilnismannen die in containers duiken om als heuse kompels zeldzame metalen te winnen.
Wat betekent circulair ontwerpen van producten in de praktijk?
Dat begint al bij de keuze van grondstoffen. Welk materiaal is aan het einde het makkelijkst te hergebruiken? Een ander belangrijk idee is het zodanig ontwerpen van producten dat ze aan het einde van de levensduur makkelijk uit elkaar te halen zijn. Modulair ontwerpen heet dat.
Een tweede concept dat bij de circulaire economie past, is het lenen van producten. Zo verandert de consument van eigenaar van een artikel in afnemer van een dienst. Je koopt geen lamp, maar je least licht. Ondertussen blijft de producent eigenaar van de lamp en deze houdt de grondstoffen in zijn beheer tot ze hergebruikt worden.
Is circulariteit een hype die weer overgaat?
Ga daar maar niet van uit. Het huidige kabinet zet vol in op circulair ondernemen. In 2050 moet de kringloopeconomie zijn gerealiseerd.
Juist maandag presenteerden organisaties en bedrijfsleven hun plannen –zogeheten transitieagenda’s– over hoe ze dat willen gaan vormgeven. Het credo is duidelijk: Weg met de wegwerpmaatschappij.