Engelandvaarder Hendrik-Geert wilde vaderland helpen na ,,godsdienstige overtuigingen"
Stiekem vertrokken ze vanaf het strand, in een wankel bootje de Noordzee over, naar de vrijheid. De Engelandvaarders werden beroemd. Hun belevenissen staan sinds vorige week online.
„Deze verhoren bevatten een enorme rijkdom aan verhalen over hun reis naar Engeland”, zegt projectleider Pepijn Lucker van het Nationaal Archief. „Sommige Engelandvaarders waren voorheen alleen een naam op een lijst. In de archieven komen hun verhalen tot leven en krijgen zij weer een gezicht.”
Engelandvaarders die met een bootje de Noordzee overstaken werden het bekendst, maar zij vormden slechts 10 procent van de Nederlanders die de overkant wisten te bereiken. Veel vaker ging de reis met een grote omweg. Van de Engelandvaarders reisde zo’n 60 procent via België, Frankrijk –soms ook Zwitserland–, Spanje en Portugal, terwijl ongeveer een derde uit Nederland ontsnapte als bemanningslid op een schip dat naar het neutrale Zweden voer. In het begin van de oorlog reisden zo’n veertig mensen zelfs via de Sovjet-Unie en India naar Engeland.
De reis was lang en gevaarlijk. Sommige Engelandvaarders zaten hun ongeduld te verbijten, terwijl er maar geen bericht kwam dat ze verder mochten.
Tal van pogingen strandden, soms al voordat de vluchtelingen aan boord stapten. Anderen kwamen onderweg om of werden door de Duitsers ontdekt en teruggehaald.
De meesten kozen niet voor de vrijheid om een gemakkelijk leventje te hebben, maar om deel te kunnen nemen aan de strijd tegen de Duitsers. Ze werden verwelkomd door koningin Wilhelmina en vervolgens klaargestoomd voor werk als militair of geheim agent.
Verhoord
Maar eerst werden ze verhoord: door de Britse geheime dienst MI5 en daarna door de Politie Buitendienst (PBD) van de Nederlandse inlichtingendienst in Londen. Dat leverde informatie op over bezet gebied en de autoriteiten wilden ook weten of er niet een spion van de Duitsers aan land gekomen was. De Engelandvaarders vertelden over hun beroep, hun reisgenoten, de ontberingen onderweg. De verslagen bevatten ook gegevens over mensen in bezet gebied die ze verdachten van onvaderlandslievend gedrag.
Het Nationaal Archief heeft deze verhoren nu op internet gezet. Lange tijd is gesteld dat er 1700 Engelandvaarders zijn geweest, maar er staan nu 2150 verslagen online: van 2082 mannen en 68 vrouwen.
Binnen het project ”De reizen van Engelandvaarders in kaart gebracht” hebben zeventig vrijwilligers de verhoren doorgenomen en genoteerd welke routes de Engelandvaarders namen, met wie ze samen reisden en wat hun avonturen waren. Samenwerkingspartner WO2NET maakte per individu, voor zover mogelijk, een tijdlijn en een kaart van de reisroute.
Duizend angsten
Zo staat van Hendrik Geert de Jonge (1916-2010) vermeld dat hij verloofd en gereformeerd was en een politieke voorkeur had voor de Anti-Revolutionaire Partij. Op 16 juli 1942 vertrok hij uit Nederland, op 26 november 1942 kwam hij in Engeland aan, en de reis ging via Spanje en Curaçao. „In het voorjaar van 1942 ben ik door godsdienstige overtuigingen tot de conclusie gekomen, dat ik iets moest doen voor het vaderland”, aldus het ruim tien pagina’s tellende verslag van zijn verhoor.
De Jonge vertelde niet alleen wat hij had meegemaakt, maar ook wat hij van anderen wist. „Ds. Impeta te Kampen en twee andere gereformeerde predikanten aldaar zijn gearresteerd naar aanleiding van een preek. Een of twee dezer zijn vrijgelaten. Ds. Overduin, gereformeerde predikant te Arnhem, is ook gearresteerd; ik weet niet of hij weer vrijgekomen is.” Van tal van mensen gaf De Jonge een typering en dat is nu allemaal online te lezen: „een felle Oranjeklant”, of: „geen NSB’er, maar ”Deutschfreundlich” en slap.”
Ds. Overduin, gereformeerde predikant te Arnhem, is ook gearresteerd
„De Jonge is een aardige, beschaafde, serieuze jongen met een goed verstand”, luidde de conclusie aan het eind van het verslag van de Nederlandse inlichtingendienst. „Naar mijn mening moet aan De Jonge een vooral lichamelijk drukke betrekking gegeven worden, en moet hij veel collega’s zien, mede waardoor hij geestelijk rust zal vinden.”
Voorjaar 1943 ging hij als geheim agent terug naar Nederland. Daar zette hij spionagegroep Albrecht op. Hij werd opgepakt en zat tot de bevrijding gevangen; het doodvonnis werd niet uitgevoerd. Een Bijbel kreeg hij eerst niet, want dat was een „jodenboek”. Daarom stimuleerde De Jonge later tijdens zijn gastlessen op reformatorische scholen de leerlingen Bijbelteksten uit hun hoofd te leren.
Hij vond zichzelf geen held. Later zei hij: „Ik had angst voor parachutespringen, angst om in handen van de Gestapo te vallen, angst voor verhoren, marteling, honger… Het is allemaal over me gekomen. Duizend angsten heb ik de Heere uitgezegd, uitgeschreid soms. Maar als Hij ze overnam, kon ik weer verder.”
Keuzes
Een aantal verhalen wordt verteld in het Museum Engelandvaarders dat koning Willem-Alexander in 2015 in een bunker bij Noordwijk aan Zee opende. Oud-Engelandvaarder Eddy Jonker (1920-2020) zei bij die gelegenheid: „Het staat dicht bij de plek waar in juli 1940 de eerste drie Engelandvaarders per kano vertrokken.” Het museum houdt jongeren voor wat ze in alle omstandigheden nodig hebben: „Initiatief, moed, doorzettingsvermogen. We dagen jongeren uit keuzes te maken en confronteren hen prompt met de gevolgen ervan.”
Het museum vertelt een verhaal dat niet verloren mag gaan, vond Jonker. „Twee derde van de vijftienjarigen krijgt geen geschiedenisonderwijs meer, maar er is weleens gezegd: wie het heden beoordeelt, moet over voldoende verleden beschikken.”
nationaalarchief.nl/engelandvaarders