Engelandvaarders naar de vrijheid
OVERLOON – Portugal had hij veilig weten te bereiken. Tijdens de bootreis naar Engeland kwam het gevaar echter dichtbij. Met genoegen keek Engelandvaarder Charles Bartelings dan ook toe hoe dieptebom na dieptebom in het oceaanwater verdween. „Ik heb nooit gehoord dat we de Duitse onderzeeër geraakt hebben, maar hij stopte zijn aanval op ons wel.”
Bartelings (89) vertelt het verhaal terwijl hij de vitrine in Liberty Park bekijkt waarin zijn documenten worden tentoongesteld. Ze maken deel uit van de kleine expositie die het oorlogsmuseum in Overloon gisteren opende over de ”zuidelijke Engelandvaarders”, Nederlanders die Engeland via Zuid-Europa wisten te bereiken.
„Charles Brooks, noemde ik mezelf”, wijst Bartelings. Achter het glas prijkt het papiertje van de Nederlandse consul in Madrid waarmee hij van Spanje naar Portugal kon reizen. „Spanje onder Franco was geen geallieerd land. Om niet het risico te lopen teruggestuurd te worden naar Nederland, leek het me veiliger een Engelse naam en geboorteplaats op te geven.”
Anderhalf jaar duurde zijn reis naar de vrijheid. „In Nederland stond ik op de zwarte lijst omdat ik antistoringsapparaatjes maakte. Daarmee konden de mensen de Duitse stoorzenders omzeilen en toch naar koningin Wilhelmina luisteren.”
Dat was overigens niet de aanleiding waarom de Grüne Polizei hem arresteerde. Bartelings had een goede vriend die langskwam met een NSB-speldje op zijn jasje, gevraagd het speldje achter de revers te verbergen, en toen hij dat niet deed, wees Bartelings hem de deur. Daarop had de ‘vriend’ hem aangegeven bij de Duitsers.
Na een dag werd hij vrijgelaten. De politie liet hem echter volgen, in de hoop zijn contacten in kaart te kunnen brengen. Voor de Haagse student was het duidelijk dat hij moest gaan doen wat zijn broer al had gedaan: uitwijken naar Engeland.
Met een vriend ging hij op weg, lopend, soms per trein, soms op een geleende fiets. Clandestien glipten ze de grenzen van België en Frankrijk over. Bartelings kwam in Zwitserland terecht, maar daar konden ze niets voor hem doen.
Door Frankrijk reisde hij naar de Pyreneeën. Samen met vier anderen maakte hij de zware tocht door het gebergte. Het sneeuwde. En bergschoenen droeg hij niet. Overdag sliepen ze; ’s nachts liepen ze. Zo klauterden ze naar de vrijheid.
In Spanje bood de politie aan hen naar Gibraltar te brengen, maar in plaats daarvan werden ze vanwege „illegale grensoverschrijding” opgesloten in kamp Miranda de Ebro. Geen vernietigingskamp, maar ook bepaald geen lustoord. Tussen 1940 en 1944 hebben daar enkele honderden Nederlanders gezeten. Bartelings wijst naar de muur. „Tekeningen van een van mijn kampgenoten. Mooi dat ze hier zijn uitvergroot.”
Uiteindelijk kreeg Bartelings papieren waarmee hij per trein naar Portugal kon. In Gibraltar kon hij met een Engels schip mee. „Aan boord werd ik gelijk aan het werk gezet.” Op 28 april 1942 was hij van huis gegaan; pas op 5 november 1943 kwam hij in Engeland aan.
Oranjehaven
Engelandvaarders die met een bootje de Noordzee overstaken, werden het bekendst, maar zij vormden slechts 10 procent van de 1700 Nederlanders die de overkant wisten te bereiken. Liberty Park bezit de enige Engelandvaardersboot die bewaard bleef. Ernaast prijkt nu de expositie over de route die het vaakst werd gekozen: maar liefst 58 procent reisde via België, Frankrijk, soms ook Zwitserland, Spanje en Portugal, terwijl 31 procent uit Nederland ontsnapte als bemanningslid op een schip dat naar het neutrale Zweden voer. De meesten kozen niet voor de vrijheid om er een gemakkelijk leventje te hebben, maar om deel te kunnen nemen aan de strijd tegen de Duitsers. Ze werden verwelkomd door koningin Wilhelmina en vervolgens klaargestoomd voor werk als militair of geheim agent.
Van zo’n 470 mensen is bekend dat ze Engeland niet gehaald hebben. De helft van hen kwam om tijdens of als gevolg van de ontsnappingspoging.
Behalve uit de kamptekeningen en documenten van Bartelings en filmbeelden bestaat de expositie uit een vitrine van de nu 88-jarige R. A. Grisnigt, die er net als Bartelings meer dan anderhalf jaar over deed om in Engeland te komen. Voor hem ging de reis via Amerika.
Achter het glas prijkt onder meer zijn lidmaatschapsbewijs van ”Oranjehaven, club voor overgekomenen uit bezet Nederland, gesticht door Hare Majesteit de Koningin op 2 Juni 1942”. Vlaggen op de vloer beelden de omweg uit waarlangs de Engelandvaarders met veel moeite hun vrijheid wisten te herwinnen.