Niet meer een vlucht boeken via Google; nieuwe wet geeft gebruiker meer zeggenschap
De zogeheten Digital Markets Act waaraan technologiebedrijven zich sinds donderdag moeten houden, belooft de privacy en rechten van gebruikers beter te beschermen. Maar de praktijk lijkt weerbarstig.
Het kan even wennen zijn voor consumenten die een hotel of vliegticket willen boeken. Als ze via Google naar de goedkoopste aanbieder zoeken, zien ze niet meer direct de eigen boekingsfunctie van de technologiereus, maar links naar andere websites waarop ze kunnen reserveren. Het is een van de meest in het oog springende gevolgen van de Europese Digital Markets Act. Na een voorbereidingstijd van anderhalf jaar moeten grote technologiebedrijven nu maatregelen hebben getroffen om consumenten meer keuzevrijheid te bieden en de concurrentie te bevorderen. Dat gaat gemerkt worden – door consumenten, maar misschien nog wel meer door de technologiebedrijven.
Terug naar de nieuwe zoekresultaten in Google: ze zijn niet de enige aanpassing die moederbedrijf Alphabet deed. Het voegde ook een keuzescherm toe aan zijn mobiele besturingssysteem Android, zodat gebruikers niet meer standaard hoeven te zoeken met Google maar ook andere zoekmachines kunnen selecteren. Consumenten met een Google-account kunnen verder instellen of andere diensten van Google, zoals YouTube en Google Maps, onderling gegevens mogen uitwisselen.
Kortom, gebruikers krijgen meer zeggenschap over hoe zij diensten van het bedrijf gebruiken en wat het bedrijf met hun gegevens mag doen.
Apple introduceerde vergelijkbare opties voor consumenten. Het bedrijf rolt daarnaast een update uit van zijn mobiele besturingssysteem iOS. Een van de grootste veranderingen daarin is dat iPhone- en iPadgebruikers niet meer vastzitten aan de App Store. Zij kunnen met ingang van vrijdag ook apps kopen in alternatieve appwinkels. Dat kan het technologiebedrijf geld gaan kosten: het bedrijf boekte in 2022 een bruto-omzet van 85,1 miljard dollar met de verkoop van apps.
Poortwachters
De aanpassingen die de technologiebedrijven doorvoerden, zijn een overwinning voor de Europese Commissie. Brussel probeert al jaren de macht van big tech te beteugelen en ging meermaals de strijd aan met Google, Apple en Facebook. Door gebrekkige regulering konden zij de markt voor onlineproducten en -diensten vormgeven en domineren. Het leidde tot aanklachten van oneerlijke concurrentie, keuzedwang en privacyschendingen. Een verordening zou de macht van technologiebedrijven aan banden kunnen leggen, zo was de gedachte.
Na jarenlange voorbereidingen keurde het Europees Parlement in 2022 de Digital Markets Act goed. Technologiebedrijven kregen daarna nog bijna twee jaar de kans om zich voor te bereiden op de uitvoering van de wet.
In september 2023 wees de Europese Commissie zes zogeheten poortwachters aan: internetgiganten van wie de diensten voor veel gebruikers de poort tot internet vormen. Naast Alphabet en Apple kwamen ook Amazon, ByteDance (het moederbedrijf van TikTok), Meta (het moederbedrijf van Facebook, Instagram en WhatsApp) en Microsoft op de lijst te staan. De bedrijven introduceerden in de afgelopen tijd allemaal wijzigingen in hun diensten. Europese Facebook- en Instagramgebruikers kunnen bijvoorbeeld hun accounts ontkoppelen, zodat beide diensten geen gegevens meer uitwisselen.
Techlobby
Dat de bedrijven gehoor geven aan de Europese verordening betekent niet dat de strijd voorbij is. Vorige maand werd bekend dat Meta en Microsoft officieel bezwaar bij de Europese Unie hebben ingediend tegen de nieuwe App Storevoorwaarden van Apple. Die zouden volgens de bedrijven de concurrentie hinderen. De bedrijven wisten elkaar in de afgelopen jaren ook te vinden: in de afgelopen jaren spendeerde big tech meer dan 200 miljoen euro aan lobbypogingen om de Digital Markets Act en andere regelgeving af te zwakken.