Zorgen om afschaffen luchtalarm – „onverantwoord”
Niet alle veiligheidsregio’s staan te juichen bij de plannen van minister Dilan Yeşilgöz om het luchtalarm af te schaffen. „Onbegrijpelijk en onverantwoord.”
Op elke eerste maandag van de maand loeien sirenes in Nederland. Bij rampen en grootschalige incidenten waarschuwt het systeem burgers om ramen en deuren te sluiten. Den Haag wil het luchtalarm opdoeken. Het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (WAS) moet eind 2025 plaatsmaken voor NL-Alert. Burgers krijgen vanaf dat moment alleen nog een waarschuwing op hun smartphone.
Volgens de VVD-bewindsvrouw bieden de sirenes nauwelijks nog meerwaarde. „Het laatst gemeten bereik van NL-Alert was 92 procent, terwijl het alarmeringssysteem in het meest gunstige geval door 75 procent van de mensen te horen is”, stelt Yesilgöz.
Het luchtalarm blijkt de afgelopen vijf jaar slechts twee keer te zijn ingezet: bij het hoogwater in 2021 en bij een gifwolk op een industrieterrein; beide in Limburg. Sinds de start van NL-Alert in 2012 zijn 538 meldingen verstuurd.
Verschillende veiligheidsregio’s maken zich echter zorgen. Niet alleen Rotterdam-Rijnmond, maar ook Zuid-Holland Zuid en Groningen. „Onbegrijpelijk en onverantwoord”, reageert directeur Littooij van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond desgevraagd. Hij wijst op het verhoogd veiligheidsrisico in Rotterdam-Rijnmond door het grote aantal chemische bedrijven in de regio.
„Bij een crisis moeten we zo snel mogelijk zo veel mogelijk burgers informeren”, benadrukt Littooij. Daarvoor zijn volgens hem twee systemen naast elkaar nodig. Het bereik van 92 procent van NL-Alert, dat de minister noemt, vindt Littooij onvoldoende. „Met alleen NL-Alert bereiken we in Rotterdam-Rijnmond 100.000 mensen dus niet.”
Littooij maakt zich zorgen over het hoge percentage laaggeletterden in zijn regio, die moeite hebben om teksten van NL-Alert te begrijpen. „Rotterdam telt 196 nationaliteiten. Hoe bereiken we die alleen met NL-Alert?”
Het luchtalarm onderstreept volgens Littooij bij een ramp of incident direct de ernst van de situatie. Daarom pleit hij ervoor het systeem „als back-up” in de lucht te houden. „Dit is van levensbelang. Bij een ramp moet je niet experimenteren met de veiligheid van mensen.”
De timing van het afschaffen van het luchtalarm vindt Littooij ook ongelukkig. Hij wijst naar de oorlog in Europa, waarbij ook een reeks dreigingen op Nederland afkomt. Van stroomstoringen tot het uitvallen van internet. Smartphones blijven aanmerkelijk minder lang actief dan luchtalarm dat zelfstandig 96 uur actief kan blijven, vertelt Littooij.
Geen rol
Minister Yesilgöz zegt „lokaal maatwerk” te willen leveren om tegemoet te komen aan de zorgen, rekening houdend met het hoog risicoprofiel in sommige regio’s. Littooij is er niet gerust op. „Een ramp met bijvoorbeeld een gifwolk houdt zich niet aan de grenzen van een veiligheidsregio.” Littooij roept de fracties in de Tweede Kamer op niet in te stemmen met de plannen.
Het bezwaar van de hoge kosten om het luchtalarm te handhaven, pakweg 160 miljoen euro, vindt Littooij geen argument. „Een substantieel bedrag, maar bij veiligheid mag geld geen rol spelen.”