De raden van de Sabic-locaties in Geleen en Bergen op Zoom zijn naar eigen zeggen onvoldoende betrokken bij het besluitvormingsproces, kwam donderdag naar voren tijdens een zitting bij de ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam.

Zo kreeg de or van Sabic in Limburg voor het eerst lucht van de verhuisplannen in december 2021. Daarop is zij de directie gaan bevragen, waaruit naar voren kwam dat er eigenlijk al een volledig uitgewerkt plan lag. „Na een presentatie van de plannen in februari 2022 werd het stil richting de or. Maar de trein denderde voort”, constateert de raadsvrouw die de or bijstaat.

In Bergen op Zoom hoorde het personeel voor het eerst over de plannen via de collega’s uit Limburg, aldus de advocate. Maar ook na die tijd hadden beide ondernemingsraden naar eigen zeggen weinig meer in te brengen. „Het was in beton gegoten”, stellen zij.

Sabic stelt echter dat er wel degelijk een „inhoudelijk debat” is gevoerd met de raden. De verhuizing is volgens Sabic onder meer noodzakelijk door de aanwezigheid van het bedrijf in Europa, die de afgelopen jaren is vergroot. De locatie is bewust gekozen: in Amsterdam zijn goede verbindingen met de rest van de wereld, er is veel talent te vinden en de hoofdstad is een toonaangevende plek, legt de advocaat namens het chemiebedrijf uit.

Als de verhuizing doorgaat, zou een deel van het kantoorpersoneel tien dagen per maand op het nieuwe kantoor in de hoofdstad gaan werken. Volgens de ondernemingsraden heeft dat een flinke impact op de privélevens van de medewerkers. Sabic stelt echter dat het om functies gaat met Europese of wereldwijde verantwoordelijkheid. „Bij de functies mag je als werkgever een zekere flexibiliteit verwachten als het gaat om een verhuizing”, aldus de raadsman.

De ondernemingskamer doet op 7 maart uitspraak.