„Missie geslaagd”, zegt de Hongaarse premier Viktor Orbán over de afspraken die donderdag op de EU-top zijn gemaakt. Alle ogen waren juist op Hongarije gericht, de enige lidstaat die nog niet akkoord was gegaan met de 50 miljard euro steun voor Oekraïne. Waar andere EU-leiders de draai van Orbán verwelkomden, legt hij de aanpassingen zelf juist in het voordeel van Hongarije uit.
„Hongaarse gelden zullen niet in Oekraïne eindigen”, stelt Orbán op X. Hij doelt op de EU-subsidies voor Hongarije die door de Europese Commissie zijn bevroren omdat niet is verzekerd dat die goed worden besteed. De Europese Raad heeft in de afspraken nu herhaald dat alle landen gelijk behandeld worden door de Europese Commissie als het gaat om het bevriezen en weer vrijgeven van EU-subsidies. Volgens regeringsleiders als premier Mark Rutte is dat slechts een herhaling van afspraken, maar Orbán ziet dit als belangrijke overwinning.
De Hongaarse premier wijst bovendien op het „controlesysteem” dat is ingebouwd in het steunpakket. In het akkoord is afgesproken dat de commissie jaarlijks verslag uitbrengt over het steunpakket. De leiders kunnen dat dan bespreken en als ze dat nodig vinden de commissie over twee jaar vragen de hulp tegen het licht te houden. Dan zouden ze die kunnen aanpassen, maar Hongarije kan dat niet afdwingen. Een door Hongarije gewenst veto is er niet gekomen.
Hongarije is door het akkoord weer aantrekkelijker voor buitenlandse investeerders, constateert Orbán. Andere EU-lidstaten zinspeelden er in de aanloop naar de top op investeerders te willen afschrikken om zo de Hongaarse economie te raken en Boedapest onder druk te zetten.
