EconomieAgractie
Scheidend boerenvoorman Bart Kemp rekent op ander beleid van Den Haag

Bart Kemp is misschien wel Nederlands bekendste boerenvoorman. Volgende maand legt de 46-jarige schapenhouder uit Ede zijn functie neer. Hij rekent erop dat er in Den Haag een andere wind gaat waaien. „Voedselzekerheid telt weer mee.”

Bart Kemp, scheidend voorzitter van Agractie. beeld RD, Anton Dommerholt
Bart Kemp, scheidend voorzitter van Agractie. beeld RD, Anton Dommerholt

Het was maar een klein berichtje, dat Kemp in september 2019 via WhatsApp rondstuurde: „Laten we naar Den Haag rijden en de minister gaan vertellen hoe we denken over haar beleid.”

Zijn oproep gaf de aanzet tot het grootste boerenprotest in dertig jaar. Duizenden agrariërs kwamen op 1 oktober met hun trekkers naar het Malieveld. Hun eisen: waardering voor hun sector en aanpassing van onwerkbare regelgeving.

Om die demonstratie op poten te zetten was in korte tijd een nieuwe organisatie opgetuigd: Agractie Nederland. Kemp werd voorzitter. „We kunnen niet in één dag alles veranderen”, waarschuwde hij destijds zijn achterban. Dik 4,5 jaar later laat hij een geoliede organisatie achter, die zich inzet voor „oplossingen die wél werken op het boerenerf en in het natuur- en stikstofbeleid”. Een organisatie ook die korte lijntjes heeft met bewindslieden, Kamerleden en ambtenaren van het ministerie van Landbouw.

Toch klinkt in de aankondiging van zijn terugtreden die Kemp woensdag rondstuurde, onmiskenbaar frustratie door: de politiek heeft nog nauwelijks iets met die oplossingen gedaan.

Licht u dat eens toe?

„De kloof tussen het boerenerf en Den Haag is wel minder diep, maar nog niet overbrugd. Veel boeren leven nog steeds in onzekerheid vanwege beleid dat op ze afkomt. Ik denk aan collega’s in of bij Natura 2000-gebieden, in NV-gebieden (gebieden waar te veel stikstof of fosfaat in het water zit, TR) en in de veenweidegebieden. Die voelen zich bedreigd.”

Is uw werk dan voor niets geweest?

„Nee. Als het kabinetsbeleid niet was bijgestuurd, hadden we nu al volop met onteigening te maken gehad. Stikstofminister Van der Wal riep twee jaar geleden nog dat ze dat als stok achter de deur hield. De huidige stoppersregelingen zijn op vrijwillige basis.

Onze inzet heeft ook stevig bijgedragen aan de kanteling van het politieke landschap. Aan de formatietafel zitten nu partijen die net zo over de toekomst van de landbouw denken als wij.”

Waarom stopt u juist nu?

„Dat is een persoonlijke keuze. Het werk voor Agractie heeft veel impact gehad op ons gezin met vijf opgroeiende kinderen, al stond mijn vrouw Jennifer er helemaal achter. Maar je moet op deze post altijd aan staan, altijd bereikbaar zijn. In mijn rol als voorzitter vind ik het na 4,5 jaar genoeg.

Daar komt bij dat er in de politiek een nieuwe situatie is ontstaan. Ik hoop dat er een minister van Landbouw komt die niet doorgaat met pappen en nathouden, maar kiest voor een stabiel beleid waar de boer mee verder kan. Dan ben ik niet meer nodig.”

In uw afscheidsbericht sluit u niet uit dat u terugkomt in een rol waarin u het verschil kunt maken. Kunt u die nieuwe minister zijn?

„Dat is nooit mijn ambitie geweest. Als ze zouden bellen, moet ik eerst een stevig gesprek met mijn vrouw hebben.”

Hoe kijkt u terug op uw periode als voorzitter?

„Ik ben van de inhoud, daar moet je mee verder komen. In het proces met Johan Remkes (door het kabinet aangezochte bemiddelaar, TR) was er oog voor het feit dat een boer een inkomen moet kunnen verdienen. Dan moet het niet uitmaken of hij kiest voor biologisch, voor extensiveren of voor gangbare efficiënte productie.

Het landbouwakkoord had daar garanties voor moeten geven. Dat is er niet gekomen omdat landbouwminister Piet Adema gebonden was aan het regeerakkoord. Dat harnas matchte niet met de economische werkelijkheid.

Wat er wel ligt, is een aanzet tot een realistisch natuurbeleid. Ik doel op een advies om de kritische depositiewaarde uit de stikstofwet te halen (KDW, modelmatig berekende maat voor de stikstofneerslag die kwetsbare natuur kan verdragen, TR). Daar hebben we jaren aan getrokken. Als het wordt overgenomen, en daar ga ik vanuit, is straks de werkelijke staat van de natuur maatgevend en niet alleen stikstof.”

U bent lid van een reformatorische kerk. Wat betekende uw geloof voor uw functioneren bij Agractie?

„Op moeilijke momenten heb ik er kracht uit geput. Ik weid daar niet over uit, maar ik denk aan de heftige protesten in de zomer van 2022. Die waren niet door ons georganiseerd, maar de media verwachtten van mij wel een reactie. Ik denk ook aan de onderhandelingen over het landbouwakkoord. Dat waren lange, intensieve dagen waarin ik erg onder druk stond.

Als christen leef ik continu in een spanningsveld: hoe moet ik met bepaalde dingen omgaan. Neem de zondag: die wil ik doorbrengen met mijn gezin, zonder dat ik afgeleid word door sociale media of door vragen van journalisten.”

Waar staat Agractie vandaag?

„We hebben een stichting en vereniging waarin een grote groep boeren en betrokkenen zich vertegenwoordigd voelt. Vorig jaar hadden we 16.000 leden en donateurs. We hebben intensief en direct contact met Kamerleden, de top van het ministerie en de ministers zelf. Op de belangrijke dossiers spreken we gedegen mee.

Directe communicatie is ons merk. We peilen regelmatig bij onze achterban welke koers we moeten varen. Dat werkt heel goed.”

Jullie ontvangen steun uit het agrarisch bedrijfsleven, zoals veevoerfabrikanten en zuivelverwerkers. Tast dat jullie onafhankelijkheid niet aan?

„Ze steunen ons bij speciale activiteiten zoals boer in de klas, de boer-burgerbrunch en het plattelandsdebat. We hebben vaak een gedeeld belang, maar het kan ook anders zijn. Minder vee bijvoorbeeld betekent voor hen minder omzet, terwijl wij zien dat krimp in sommige gebieden positief kan uitpakken voor boeren die door willen gaan. Ik denk aan verdunning in de Gelderse Vallei en de Peel. Maar wij laten ons niet door het bedrijfsleven aansturen, daar heb ik nooit iets van gemerkt.”

Hoe kijkt u naar de toekomst van de Nederlandse landbouw?

„Ik zie een kentering, in Nederland en in Europa. Eerder was de trend biologisch en natuurinclusief, nu is voedselzekerheid weer belangrijk. Ik verwacht daarom meer ruimte voor efficiënte landbouwproductie. Daarnaast zullen andere boeren voor niches blijven kiezen.

Een belangrijke uitdaging voor de Nederlandse landbouw blijven emissies naar het milieu. Als het om mest gaat, zitten we nog in de Brusselse wurggreep. Dierlijke mest mogen we steeds minder uitrijden, waardoor boeren extra kunstmest gaan strooien wat juist meer kans geeft op uitspoeling van mineralen naar de bodem en het water. Een krachtige minister zou voor een realistisch beleid kunnen zorgen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Stikstof
Boeren

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer