De Duitse regering verwerpt de Zuid-Afrikaanse beschuldiging van genocide tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag. Israël „verdedigt zichzelf” na de „onmenselijke aanval” van Hamas op Israël op 7 oktober, aldus regeringswoordvoerder Steffen Hebestreit.
„In het licht van de Duitse geschiedenis en de misdaden tegen de menselijkheid van de Shoah, is de Duitse regering bijzonder toegewijd aan het Verdrag tegen Genocide”, meldt de zegsman. Dat verdrag werd in 1948 ondertekend, als reactie op de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het verdrag is volgens Hebestreit een „centraal instrument van het internationaal recht” dat een tweede Holocaust moet voorkomen en geen politiek instrument. De woordvoerder erkent dat landen verschillend kijken naar de militaire operatie van Israël in Gaza, maar stelt dat er geen genocide plaatsvindt. „Er is geen enkele basis voor deze beschuldiging.”
Hebestreit zegt dat Duitsland als derde partij tussenbeide wil komen in de zaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen, op basis van een artikel dat staten toestaat opheldering te vragen over het gebruik van een multilateraal verdrag zoals het Genocideverdrag. Zuid-Afrika wil dat Israël door het ICJ wordt bevolen zijn militaire operatie in Gaza „onmiddellijk” op te schorten.