De lege kerk van Leegkerk
Iets ten westen van de stad Groningen ligt Leegkerk, een gehucht van 75 inwoners. Wat ze er vooral koesteren is de kerk, de lege kerk van Leegkerk.
Vanaf het grotere dorp Hoogkerk voert de Leegeweg steeds dieper de weilanden in, totdat er wat bebouwing in zicht komt: de buurtschap Leegkerk. Links staat de kerk op een hoge wierde, ernaast de voormalige kosterij. Aan de overkant van de weg bevindt zich de oude pastorie.
De dertiende-eeuwse kerk, met een groengeschilderd torentje uit de zeventiende eeuw hoog in top, is omgeven door de stilte, en aan alle zijden omringd door bomen.
Jur Bekooy opent met een grote sleutel de kerkdeur. Bekooy is als bouwkundige in dienst van Stichting Oude Groninger Kerken, de eigenaar van de kerk. De hervormde gemeente verliet het kerkje in 1965. Opeens stond het leeg, dreigde het zelfs te vervallen tot een ruïne. De staat van de kerk vormde een van de redenen voor de oprichting van Stichting Oude Groninger Kerken. Het was de eerste kerk van de stichting die gerestaureerd werd. Vijftig jaar geleden stond het er weer spic en span bij. Inmiddels is de stichting eigenaar van 101 monumentale kerkgebouwen.
Laag gelegen kerk
De naam Leegkerk betekent ”laag gelegen kerk”, om het onderscheid aan te geven met de ”hoog gelegen kerk” van Hoogkerk.
In het kerkschip staan vijf tafeltjes op oude estrikken. Tegen een van de wanden staat de preekstoel uit de zeventiende eeuw. De kanselbijbel ligt er al lang niet meer. Achter het deurtje van de preekstoel staat verloren de oude doopvont. In de kerkvloer liggen graven van predikanten en rijke boeren uit de zeventiende eeuw.
Bekooy begeleidt de stichting bij restauraties en doorbestemmingen. Zijn visie op historisch erfgoed is: „Behoud het goede en voeg daar iets aan toe. Een oude melkfabriek zou je het liefst als melkfabriek in stand houden. En zo’n kerk moet je als kerk bewaren voor het nageslacht. Het wordt natuurlijk nog veel leuker als je zo’n gebouw ook blijft gebruiken voor allerlei maatschappelijke activiteiten. Een gebouw dat niet wordt gebruikt, raak je een keer kwijt.”
Om de gebruiksmogelijkheden van de kerk te vergroten werd in 2012 in het schip een vierkant bouwwerk aangebracht, „de gouden kubus”. Die biedt ruimte aan twee toiletten, en een keukentje.
Rouw en trouw
Buurtbewoner Martijn Jager schuift ook aan. Hij zit in de plaatselijke commissie van Stichting Groninger Kerken en is als vrijwilliger betrokken bij de exploitatie van de kerk. Wat motiveert hem? „Ik houd van oude gebouwen en hun geschiedenis. We verhuren de kerk voor rouw- en trouwdiensten. Soms is er een concert. Dan gaan we na afloop met de pet rond. Pas was er iemand die in het koor schilderijen exposeerde.”
Jager ontvangt graag gasten in de kerk. Zegt hij weleens nee op een vraag om de kerk te gebruiken? „We hebben eens iemand gehad die hier een hardcoreconcert wilde organiseren. Maar dat willen we dus niet.”
In de zomermaanden is de kerk vaak open, zegt Jager. „Voorbijgangers moeten hier kunnen genieten van de geschiedenis. Daar hebben we nog nooit negatieve ervaringen mee opgedaan. Je moet natuurlijk niet het zilveren avondmaalsservies laten staan.”
Verjaardag
Berthe Swart komt binnen. Volgende week –op het moment van schrijven– wordt ze 50 jaar. „En in de kerk wil ik mijn verjaardag houden. Er komen zo’n vijftig gasten. We gaan eerst wandelen, en daarna gaan we hier soep eten. Nu kom ik vast even kijken of er wel vijftig soepkommen zijn.”
Bekooy: „Als stichting zeggen we graag: Onze kerken zijn de mooie huiskamers van het dorp. Ik word er altijd blij van als ik in een dorpskerk ’s avonds het licht zie branden.”