Dr. Jan van de Kamp: Willem Sluiter vooral bekend in de Achterhoek en bij bevindelijk gereformeerden
„Vroeger werden de gedichten van Willem Sluiter door velen in ons land gelezen. Tegenwoordig blijft de belangstelling voor hem vooral beperkt tot de bevindelijk gereformeerden en de Achterhoek.”
Dat is de voorlopige conclusie van dr. Jan van de Kamp, docent kerkgeschiedenis aan het Hersteld Hervormd Seminarium aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij was op vrijdag 1 december een van de sprekers ter gelegenheid van de opening van een expositie over dichter-dominee Willem Sluiter (1627-1673), die 350 jaar geleden overleed. Het gesprek met hem vindt plaats in de leeszaal Bijzondere Collecties van de Vrije Universiteit, net naast de tentoonstelling.
Jan van de Kamp zat in de zesde klas van het vwo toen hij met de literatuur van Sluiter in aanraking kwam. Dat gebeurde door Bert Ronhaar, leraar Nederlands aan de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. „Hij had het boek ”Christelijke Doodts-Betrachting” van Sluiter bewerkt en van annotaties voorzien. Dat behandelde hij tijdens de lessen Nederlands. Toen is mijn belangstelling voor de Eibergse predikant gewekt.”
Zijn interesse kreeg een vervolg tijdens een lezing van Ronhaar over Sluiter in 2013. Daar maakte Van de Kamp kennis met Arend Heideman, die een boek over Sluiter geschreven had, ”Willem Sluiter anno nu. De kleine leeuwerik”, en die het gedachtegoed van de predikant in de Achterhoek promootte.
Van de Kamp werd later in de Achterhoek rondgeleid door Heideman. „Wij zijn naar Borculo geweest, waar toen nog het kasteel stond van Van Limburg Stirum. Hij droeg Sluiter als predikant bij de Eibergse gemeente voor. De gemeente wilde eerst niet, maar de graaf drukte door en Sluiter werd toch beroepen. We zijn ook in zijn geboorteplaats Neede geweest. Zijn geboortehuis, tegenover de Caeciliakerk, is in de negentiende eeuw afgebroken.”
Natuurlijk kwam Van de Kamp ook in Eibergen, waar hij de kerk, nu De Oude Mattheüs, zag waarin Sluiter zondag aan zondag voorging. Hij bezocht er verder Museum De Scheper, waar een speciale Sluiterkamer is ingericht, met veel historische liedbundels van Sluiter.
Rooms-katholicisme
Naast het landschap rond het riviertje de Berkel, dat Sluiter bezong in zijn gedichten, en het plaatsje Haerlo, met een kapel waar Sluiter vaak voorging, bezocht Van de Kamp het Duitse plaatsje Zwillbrock, net over de grens. „Het was in de zeventiende eeuw een dorp waar het rooms-katholicisme dominant was. Hier kwam de predikant in contact met processies en andere uitingen van die godsdienst.”
Misschien kwam hij daar ook wel op het idee voor zijn gedichten over Maria. Van de Kamp: „Sluiter bezingt Maria’s deugden, maar ze blijft voor hem een gewoon mens die niet vereerd mag worden.”
De wetenschapper, die contact bleef houden met Heideman, werd uitgenodigd voor een toespraak tijdens de opening van de tentoonstelling. Daarin zei hij dat er tot in de jaren 50 van de vorige eeuw in de breedte van het Nederlandse protestantisme aandacht was voor Sluiter, maar dat die vanaf die tijd vooral bij de bevindelijk gereformeerden en uit de Achterhoek vandaan kwam.
De opleving in de Achterhoek dateert volgens de onderzoeker van het jaar 2007, toen Heideman zijn boek over Sluiter uitgaf en daarna over hem bleef publiceren via een website. In die regio is vooral belangstelling voor gedichten van Sluiter over het landschap en de natuur. Zijn bekendste dichtregels zijn: „Waer iemant duisent vreugden soek/ Mijn vreugt is in dees’ achterhoek.” Er wordt wel gedacht dat het woord Achterhoek van Sluiter afkomstig is, maar dat blijkt niet zo te zijn.
Sluiter heeft ook treffende natuurgedichten gemaakt, bijvoorbeeld over de leeuwerik: „Trage ziel, die heel onlustig/ Tot den lof des Heeren zijt,/ Dit beesje maekt u onrustig/ ’t Roept, ’t is tijd, tijd, tijd, tijd, tijd./ Dringt van d’ aerd en d’ aerdsche dingen/ Onverhindert door de lucht,/ Om u Schepper lof te singen,/ Geeft hem uwer lippen vrucht.”
Over de belangstelling in reformatorische kring zegt Van de Kamp dat zijn vader een diaken in zijn gemeente kende die tijdens huisbezoeken hele stukken van Sluiter opzegde. Verder wijst hij op De Saambinder, het kerkelijk orgaan van de Gereformeerde Gemeenten, die gedichten van Sluiter opnam, vooral rondom Kerst, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren.
Daarnaast duikt de naam van Sluiter in allerlei theologische discussies op, bijvoorbeeld over het aanbod van genade, aldus Van de Kamp. Hij citeert Steven Middelkoop, nu predikant te Sint Annaland, die schreef: „Waar blijven de hedendaagse Ledeboer, Van Lodenstein, Revius, Sluiter en M’Cheyne?”
Hoe beoordeelt u Sluiter?
Van de Kamp: „Hij was een eenvoudige dichter-predikant die mooie verzen geschreven heeft. Zijn werk was niet van een bijzonder hoog niveau. Dat was ook niet zijn bedoeling. Hij wilde vooral stichten en voor een breed publiek schrijven en dat is hem goed gelukt.”
Wat raadt u aan om van hem te lezen?
„Indringend is het gedicht over het overlijden van zijn vrouw. Verder verwijs ik graag naar het gedicht ”Buiten-leven”. Heel mooi vind ik ook het volgende gedicht over het sterven: „Ontfang Heer Jesu, nu, ontfang mijn geest die na u sucht soo bang. Blijf bij mij nu mij ziel verscheidt, aan deze stip hangt d’ eeuwigheit.””