Opnieuw kiezen 58 Tweede Kamerleden voor de eed
Hoewel het aantal zetels van christelijke partijen in de Tweede Kamer een nieuw dieptepunt bereikte, legden woensdag evenveel Kamerleden bij hun installatie de eed af als in 2021: 58. Parlementariërs van seculiere partijen kozen meer dan voorheen voor de eed.
Alle Kamerleden van de drie christelijke partijen –CDA, ChristenUnie en SGP– legden de eed af. Het gaat om de CDA’ers Henri Bontenbal, Eline Vedder, Derk Boswijk, Inge van Dijk en Harmen Krul, de CU’ers Mirjam Bikker, Pieter Grinwis en Don Ceder en de SGP’ers Chris Stoffer, Diederik van Dijk en André Flach.
Het zetelaantal van de drie partijen is meer dan gehalveerd ten opzichte van de vorige verkiezingen: van 23 naar 11. Het CDA verloor tien zetels, de ChristenUnie twee. Eerder dit jaar daalde het zetelaantal van de drie christelijke partijen in de Eerste Kamer van vijftien eveneens naar elf. Die score is echter een stuk beter, omdat de Tweede Kamer dubbel zo veel leden heeft – 150, tegenover 75 senatoren.
Seculiere partijen
Ondanks dat het zetelaantal van de christelijke partijen in de Tweede Kamer historisch laag is, daalde het totaalaantal parlemententariërs dat voor de eed koos niet. Van oudsher roepen namelijk ook tal van Kamerleden van seculiere partijen de Naam van God aan bij hun installatie. In totaal ging het bij deze twaalf fracties om 47 Kamerleden. In elk geval sinds de eeuwwisseling legden niet zo veel parlementariërs van seculiere partijen de eed af. In de afgelopen jaren ging het steeds om 24 tot 35 Kamerleden. De overigen kozen voor de verklaring en belofte.
Van de twintigkoppige fractie van Nieuw Sociaal Contract (NSC), de nieuwe partij van Pieter Omtzigt, legden elf leden de eed af. Vier van hen zaten eerder voor het CDA in de Kamer: Omtzigt zelf, Nicolien van Vroonhoven, Eddy van Hijum en Wytske Postma. Daarnaast kozen ook Caspar Veldkamp, Jesse Six Dijkstra, Tjebbe van Oostenbruggen, Isa Kahraman, Rosanne Hertzberger, Olger van Dijk en Harm Holman voor de eed.
Bij de PVV, de grote winnaar van de verkiezingen, zwoeren 14 van de 37 Kamerleden trouw: Fleur Agema, Martin Bosma, Marjolein Faber, Alexander Kops, Dion Graus, Raymond de Roon, Patrick van der Hoeff, Marco Deen, Jeanet Nijhof, Maikel Boon, Willem Boutkan, Vincent van den Born, Patrick Crijns en Jan Valize. Agema en Bosma, die beiden al jaren in de Kamer zitten, kozen overigens niet altijd voor de eed. Partijleider Geert Wilders legt steevast de verklaring en belofte af. Bij de rechtse partijen FVD en JA21 kozen alle Kamerleden voor de eed: Thierry Baudet, Gideon van Meijeren, Freek Jansen (allen FVD) en Joost Eerdmans (JA21).
Van de 24 VVD’ers legden er 7 de eed af: Bente Becker, Mariëlle Paul, Thierry Aartsen, Thom van Campen, Ulysse Ellian, Wim Meulenkamp en Arend Kisteman.
Bij GroenLinks-PvdA (25 zetels) ging het om vijf Kamerleden: Frans Timmermans, Jesse Klaver, Lisa Westerveld, Senna Maatoug en Mikal Tseggai. Vier Kamerleden van BBB (zeven zetels) legden de eed af: Mona Keijzer, Henk Vermeer, Lilian Helder en Cor Pierik. Bij D66 (negen zetels) zwoeren Hans Vijlbrief en Mpanzu Bamenga trouw.
De nieuwe Tweede Kamer telt vijftien fracties. Bij vier daarvan legde niemand de eed af: SP (vijf zetels), DENK (drie), Partij voor de Dieren (drie) en Volt (twee zetels).
Nederlands of Fries
De eed of verklaring en belofte die Kamerleden moeten afleggen, luidt als volgt: „Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof), dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet. Ik zweer (beloof) dat ik de plichten die mijn ambt oplegt getrouw zal vervullen.” De parlementariër moet daarop antwoorden: „Zo waarlijk helpe mij God almachtig” of „Dat verklaar en beloof ik”. Dit mag in het Nederlands en in het Fries.