Oefenaar Wulfert Floor steunt pastor in PKN postuum
De synode van de Protestantse Kerk in Nederland worstelt met het profiel van de pastor naast de predikant. Moet een predikant per se academisch geschoold zijn? Mag een pastor alle kerkelijke handelingen verrichten? Een goed moment om Wulfert Floor voor het voetlicht te brengen.
De discussie wordt vooral ook bepaald door de kerkelijke komaf van een synodelid of de geografische ligging van zijn preekplaats. Is de orthodoxe visie de enige juiste? Moet het noorden van ons land niet meer ruimte krijgen om pastores aan te stellen die niet academisch geschoold zijn? Voorlopig zijn ze er nog niet uit.
Ook in vroeger dagen werd er alom gepreekt door mensen die nog niet bevoegd waren of zelfs nauwelijks gestudeerd hadden. Mijn grootvader, de oud gereformeerde ds. H. Wiltink, kreeg in de jaren 50 een aantal jaren de bevoegdheid om, uitsluitend in zijn eigen gemeente, als lerend ouderling een stichtelijk woord te spreken. Hij had een helder verstand, maar theologisch opgeleid was hij niet. Hij was gewoon boer. Uiteindelijk kreeg hij volledige preekbevoegdheid.
Lerend ouderlingen, evangelisten, oefenaars, godsdienstonderwijzers of hoe ze ook mogen heten, ze kregen naast de geordende en academisch geschoolde predikanten toch preekbevoegdheid. Soms mochten ze (nog) niet de sacramenten bedienen, maar verder konden ze bijna alles doen.
Geliefd bij het volk
Zij kregen helaas regelmatig het verwijt dat ze ongeleerde mensen waren, al waren ze bij het gewone volk doorgaans erg geliefd. Ze vervulden vaak ook een vacature die moeilijk vervuld kon worden of vertegenwoordigden een wat andere geestelijke ligging dan de geordineerde predikanten deden. Overigens is het door heel de kerkgeschiedenis heen voorgekomen dat lekepredikers of anders opgeleide mensen het woord voerden.
De allereerste predikers, de apostelen, kregen al verwijten vanuit de toenmalige theologische hoek. „Ze zijn slechts opgeleid als vissers, als belastingambtenaar of als arts…” Maar theologie hebben ze niet gestudeerd. Bovendien komen ze geografisch gezien uit een hoek waar nog nooit een fatsoenlijke theoloog is afgestudeerd. Galilea der heidenen, de ‘Achterhoek’ van Israël! Toch gebruikte Jezus eenvoudige getuigen, naast gestudeerde theologen als Paulus van Tarsen.
Oefenaren
In de 19e eeuw had je in ons land naast de geordende predikanten ook hier en daar zogenaamde oefenaren. Zij hielden godsdienstoefeningen zo maar in een schuur of op een boerendeel. En kwamen tientallen, soms zelfs honderden mensen op af om –meestal doordeweeks– geestelijk bij te tanken. Een van de bekendste oefenaren was Wulfert Floor, de landbouwer uit Driebergen. Hij ”oefende” gewoon op zondagavonden op zijn eigen deel op de boerderij in Driebergen en doordeweeks in allerlei gebouwtjes in het land. Overal waar men hem vroeg, kwam hij. Kerkelijke scheidslijnen interesseerden hem niet zo. En de collecte-opbrengst was uitsluitend voor de armen. Zelf leefde hij van de boerderij; hij had genoeg aan deze tentenmakersbediening.
Nalezing
Wulfert Floor preekte bevindelijk. Hij sprak over dingen die men veelal in de kerk niet (meer) hoorde. Hoe beleef je het heil? Hoe werkt de Heilige Geest? Wat gebeurt er met een mens als God in zijn of haar leven komt? Zijn exegese was kort en zakelijk. Het eigenlijke werk vond plaats in de uitgebreide ”toepassing”. Die maakte steevast het grootste deel van zijn preek uit. Hij sprak in alle eenvoud, recht naar het hart van zijn hoorders. Meestal waren dat ook werklieden, net als hij.
Floor preekte echter niet zomaar wat in het wilde weg. Al zijn oefeningen schreef hij uit en hij memoriseerde ze. Zodoende zijn deze oefeningen bewaard gebleven en later uitgegeven. In veel afgescheiden gemeenten die op leesdiensten waren aangewezen, las men vaak een ”Floortje”, zoals men dat toen graag zei. In eerste instantie werden er acht bundels met oefeningen uitgegeven. Veel later bleken er nog nooit eerder uitgegeven preken te zijn bewaard, via zijn kinderen. Die zijn later uitgegeven onder de titel ”Een verrassende nalezing” (Den Hertog, 1982).
Prof. C. Graafland schreef daarin een voorwoord. Niet kritisch maar met grote liefde en genegenheid. Hij haalt een van de oefeningen aan die hem bijzonder trof. En hij ziet overeenkomsten tussen de krachtige preken van Wulfert Floor en die van zijn beroemde tijdgenoot dr. H.F. Kohlbrugge. Geen woord van kritiek over het tekort aan opleiding. Alleen maar respect voor de man die niet ophield te zeggen dat het „maar” eenvoudige oefeningen waren. Graafland: „Al wist hij zich geen priester of leviet, hij achtte het een genade om met de Gibeonieten een houthakker en waterputter te zijn voor de gemeente Gods.”
Geen concurrenten
Ondertussen zette Wulfert Floor zich niet af tegen de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij had zeer goede contacten met de hervormde predikanten van Neerlangbroek, onder wie dominee A.H. de Klerck. Deze had zo’n goede band met oefenaar Floor dat hij diens begrafenis leidde. Dat moest dan wel weer een afgestudeerde dominee doen.
Het kan dus naast elkaar bestaan: waardering voor de oefenaar –in onze tijd de pastor of hbo-theoloog– en waardering voor het klassieke ambt. Alleen moet de synode van de PKN hier nog even mee oefenen.
De auteur is basisschooldirecteur.
Lees ook in Digibron:
Wulfert Floor, de prekende landbouwer (De Saambinder, 16-03-2023)