Fiscus belast lenen aan je kind met fictief rendement
Per 1 januari 2023 heeft de vermogensrendementsheffing in box 3 een ingrijpende verandering ondergaan. Wat is de impact daarvan?
De verandering is met name ingrijpend bij leningen aan derden, bijvoorbeeld een bedrijf, je kind of de kerk. Veel mensen beseffen de impact nog niet. De fiscus ziet uitgeleend geld namelijk als een belegging en niet als spaargeld. Je moet daarom belasting betalen alsof je hoge rendementen maakt, terwijl mensen met derden vaak een afspraak hebben met een lage rentevergoeding.
Wat zijn de belangrijkste veranderingen in de vermogensrendementsheffing per 1 januari 2023? Stel je hebt geld uitgeleend aan je kind tegen 3 procent rente, dan kijkt de fiscus niet naar het werkelijke rendement, maar naar het fictieve rendement van 6,17 procent. Over dit fictieve rendement betaal je 36 procent belasting. Als je je vrijstelling van 57.000 euro al benut hebt en niet je laatste geld uitleent aan derden, blijft er over dit extra deel een nettorendement over van 0,78 procent.
Nu hoef je geen geld te verdienen aan je kinderen of de kerk, maar het is wel goed om te beseffen dat je vanwege de bovenstaande berekening minimaal 2,22 procent aan rente moet vragen om precies geen rendement te hebben. Ik zou graag een vrijstelling zien voor goede doelen of familieleningen. Het is anders als je vermogen uitleent aan een commerciële instelling. Je wilt daar graag meer aan overhouden dan een minimaal rendement. Je moet een vergoeding hebben voor het risico dat je loopt.
Wat zijn goede strategieën om nadelige effecten van uitgeleend geld te voorkomen? Uiteraard kunnen partijen onderling een hogere rente afspreken. Bij een kerk kun je dan de ‘winst’ eventueel weer schenken, waardoor die schenking aftrekbaar is. Ook bij uitlenen aan een kind kan het interessant zijn om een hogere rente te vragen – van een niveau dat nu marktconform is. Bij het kind is daardoor een hoger bedrag aftrekbaar. Een deel kun je weer schenken aan je kind, waardoor voor hem of haar de maandlasten betaalbaar blijven.
Heb je geld uitgeleend aan een commerciële onderneming, dan kun je –naast een hogere rente vragen– ook kijken wat er voor alternatieven zijn. Op een spaarrekening krijg je weinig rente, maar op deposito’s lopen de rentes al op tot 4,5 procent. Een deposito valt onder het depositogarantiestelsel, waardoor de overheid garant staat tot 100.000 euro.
Tenslotte nog een voorbeeld. Stel je hebt 300.000 euro op een spaarrekening staan met een vrijstelling van 57.000 euro, dan is de belastingdruk over 2023 280 euro. Stel je hebt hetzelfde bedrag uitgeleend aan derden, dan is de belastingdruk 4798 euro. Het verschil in belastingdruk is dus 4518 euro.
Bij de aangifte over 2023 gaan mensen de gevolgen van de wijziging pas beseffen. Dat lijkt nog ver weg, maar voor vermogen is de peildatum altijd 1 januari. Als je de komende weken niets doet, dan heb je er in de aangifte van 2025 nóg een keer last van, bij de aangifte over 2024.
De auteur is Master of Financial Planning.