Een van de "Tien van Renesse"
„Op zondag 10 december 1944 wordt je enige zoon opgehangen. En het wordt je niet verteld door agenten aan de deur. Nee, je ziet hem zelf bungelen aan een touw, vlak nadat de bank waarop hij staat wordt weggetrapt… Naast acht andere opgehangen verzetsstrijders.”
Met die rauwe beschrijving begint een nieuw boek over de ”Tien van Renesse”, de mannen op Schouwen-Duiveland die door de Duitsers ter dood werden gebracht. Omdat… Ja, waarom eigenlijk.
De eerste vrouw van Gert Slings was familie van Jan Andreas Verhoeff, een van de slachtoffers. Slings heeft nu een boek geschreven over de 33-jarige kunstschilder uit Brouwershaven die in het zicht van de bevrijding wreed werd vermoord. Eerder al zette hij de website janverhoeff.nl op. Jans vader had zijn zoon zien hangen, maar hij zette zijn verzetswerk voort.
In het boek zijn tal van schilderijen afgedrukt die Jan vervaardigde. Hij zat gevangen nadat hij een Duitser voor rotmof uitmaakte. „Iedere zondag bidt ds. in de kerk voor je”, schreef zijn vader. Na een gratieverzoek van de predikant, ds. J. Meester, werd Verhoeff een maand eerder vrijgelaten. Terug op Schouwen voegde hij zich bij het verzet.
Uitwijkpoging
De Duitsers bevalen alle mannen tussen de 17 en de 40 jaar zich te melden voor werk in de oorlogsindustrie. Het was een van de redenen waarom verzetsstrijders besloten over de Oosterschelde uit te wijken naar bevrijd Noord-Beveland. Ze zouden de geallieerden waardevolle informatie over de Duitse verdediging kunnen verschaffen.
De geallieerden kregen het verzoek om zeventien personen ’s nachts bij Zierikzee met een boot op te pikken: twee ambtenaren uit Renesse die het verzet het bevolkingsregister hadden laten stelen, twee geallieerde militairen, een Nederlandse commando, een uit het Duitse leger gedeserteerde Armeense onderofficier en verzetsstrijders.
Het plan mislukte, tweemaal. Toen de vluchtelingen teleurgesteld naar huis gingen, stuitten ze op een Duitse patrouille. Zes wisten te ontsnappen, de anderen werden naar Ouddorp op Goeree-Overflakkee gebracht. Onderweg sprong de Armeniër overboord. Hij overleefde het niet.
Afschrikwekkend voorbeeld
De Duitsers veroordeelden de arrestanten tot de strop. Hun goederen werden afgenomen en hun huizen zouden worden verbrand of verbeurdverklaard. De lichamen moesten twee keer 24 uur als afschrikwekkend voorbeeld blijven hangen.
De gevangenen werden gemarteld en kregen geen eten en drinken, maar ze lieten niets los. De gereformeerde predikant ds. H.C. Voorneveld werd die zondagmorgen in Haamstede door zijn vrouw van de kansel gehaald om hun geestelijke bijstand te verlenen in de bunker waar ze waren opgesloten. Nadat hij Psalm 23 en 91 had gelezen en had gebeden, zong hij met de arrestanten het Lutherlied.
In het boek komt ouderling J.C. den Boer aan het woord, die een preek las nadat ds. Voorneveld was weggeroepen, en ’s avonds opnieuw, omdat de predikant te overstuur was om voor te gaan. Den Boer, die in 2018 op bijna 106-jarige leeftijd overleed, wist het zich precies te herinneren. Hij had tegen de andere ouderling gezegd: „Ga jij even op de preekstoel, dan ga ik achterom en spring over een sloot; dan ga ik even een preek halen.”
Mara
Bij de ingang van de slotlaan van Kasteel Moermond in Renesse moest de zwaargewonde gemeentesecretaris van dat dorp toekijken hoe zijn negen makkers werden opgehangen. Toen hij overleed, werd zijn lichaam ernaast gehangen. De jongste gevangene bleef gespaard. Burgers werden gedwongen naar de terechtgestelden te kijken. Een aantal nabestaanden werd uit hun huis gejaagd.
De vermoorde mannen kwamen uit Haamstede, Renesse, Brouwershaven, Zonnemaire en Zierikzee. De oudste was 44 jaar, de jongste 24. „Met Naömi zegt ik thans noem mij Mara want de Allerhoogste heeft mij bitterheid aangedaan”, schreef Jans vader aan zijn zus. Maar ook: „De Heere zorgt voor ons.”