Meditatie: Dienstvaardig
Openbaring 7:9b
„Een grote schare … staande voor de troon en voor het Lam.”
Voor de troon stonden zij, dus meteen ook voor het Lam. Op het feit dat door het Lam de Heere Jezus moet worden verstaan, Die in het paaslam en andere offerlammeren van het Oude Testament afgebeeld werd en daarom steeds in de Openbaring ”het Lam” genoemd wordt, ga ik nu niet verder in.
We moeten er nog wel op letten dat er gezegd wordt, dat de grote schare die niemand tellen kon, voor de troon en voor het Lam stond. Ongetwijfeld stond zij minder ver daar vandaan dan de vierentwintig ouderlingen en de vier dieren, maar evenwel dichtbij genoeg. En toch ook voor de troon en voor het Lam. Er mogen trappen zijn in de gelukzaligheid in de hemel, maar toch zal ook de minste onder de schare van de gezaligden voor de troon zijn. Ook zal ieder er dicht genoeg bij zijn.
Daar „staan” is een uitdrukking die ontleend is aan de priesters in het heiligdom, van wie uitdrukkelijk gezegd wordt, dat de Heere hen had afgescheiden om voor Zijn aangezicht te staan, om Hem te dienen (Deuteronomium 10:8). Zo worden de gezaligden in de hemel hier voorgesteld als verheerlijkte priesters. Daarmee komen de witte klederen en het dienen van God in Zijn tempel (Openbaring 7:15) geheel overeen. De uitdrukking „staan” is ook ontleend aan dienstknechten, die dichtbij hun heer behoren te staan, om daardoor hun dienstvaardigheid uit te drukken.
Abraham Hellenbroek, predikant te Rotterdam
(”Bijbelse Keurstoffen”, deel 2; 1738)