De zwarte militairen moesten in Houston een terrein bewaken waar een militair kamp gebouwd werd. Na maanden van racistische bejegening, discriminatie en arrestaties trokken ze bewapend de Amerikaanse stad in. Bij het geweld kwamen negentien mensen om het leven.

In een reactie daarop executeerde het leger negentien zwarte soldaten. In totaal kregen 110 militairen een proces „vol onregelmatigheden”, erkent het leger. Tot op de dag van vandaag vormen de negentien geëxecuteerde soldaten het grootste aantal Amerikaanse militairen die door het leger zelf zijn geëxecuteerd in één enkele gebeurtenis.

De zaak kwam aan het rollen na een petitie van een historicus en een advocaat waarin om clementie voor de soldaten werd gevraagd, schrijft The New York Times. Een commissie die zich over de zaak boog, concludeerde dat de zaken zo „fundamenteel oneerlijk” waren dat alle veroordelingen vernietigd moesten worden.

Het intrekken van de veroordelingen betekent ook dat de gegevens van de militairen, voor zover mogelijk, in de archieven worden gecorrigeerd. Zo wordt hun militaire dienst als „eervol” aangemerkt en krijgen zij grafstenen die dit erkennen. Hun nakomelingen kunnen in aanmerking komen voor uitkeringen, liet het leger verder weten.