Let op vooroordelen over mensen die niet tot eigen kring behoren
Wanneer u een wachtkamer binnenkomt waar al iemand zit, welke stoel kiest u dan? Dicht bij de persoon die er al zit, met de intentie om een praatje te maken? Of houdt u liever wat afstand en kiest u een stoel wat verder weg? En wat zegt dat over geloven?
Binnen de sociale psychologie wordt onderzocht hoe en waarom mensen sociale relaties aangaan, hoe zij zich verhouden tot andere sociale groepen en hoe vooroordelen over anderen ontstaan en functioneren. Godsdienstpsychologen kijken naar de rol van geloof in deze context. En dat ligt ook wel voor de hand, omdat geloof vaak een verbindende factor is voor mensen – alleen al door de wekelijkse samen(!)komsten.
In deze verkiezingstijd lijkt het me zinnig om eens stil te staan bij deze sociale thema’s. Immers, het vakje dat je op het stembiljet aankruist, zegt vaak ook iets over de groep met wie jij je verwant voelt of waarmee jij je identificeert. Het zegt vaak ook iets over de manier waarop jij je wilt verhouden tot mensen die niet tot je eigen groep behoren, over de idealen die je hebt over samenleven in de 21e eeuw.
De vraag over de wachtkamer is ontleend aan onderzoek van Patty VanCappellen en collega’s in de Verenigde Staten. Met behulp van een wachtkamerexperiment ontdekten zij dat mensen dichter bij de reeds bezette stoel plaatsnamen naarmate zij geloviger waren. Anders gezegd: geloven hangt samen met de neiging om je te verbinden met anderen.
Echter, dit gold niet altijd. Wanneer de deelnemers in het experiment wisten dat de persoon die al in de wachtkamer aanwezig was atheïst was – en dus anders dan zijzelf – verdween het verband. Waarom? Een mogelijke verklaring ligt in de waarden. Wanneer je de waarden van de ander ziet als bedreigend voor die van jezelf, heb je de neiging om afstand te houden. Als je denkt dat waarden overlappen of je staat er neutraal in, dan heb je die neiging niet of minder.
Ander empirisch onderzoek onderbouwt deze mogelijke verklaring. Als mensen de vraag voorgelegd krijgen aan welke goede doelen geld gegeven zou moeten worden, kiezen ze vooral voor doelen die aansluiten bij hun eigen waarden. Religieuze factoren versterken dit patroon. Behoudender gelovigen hebben sterker de neiging om te geven aan waardecongruente doelen (doelen die in lijn zijn met hun persoonlijke waarden) dan meer vrijzinnige gelovigen. (Wellicht begrijpt u nu waarom u de ene collectant aan de deur doorstuurt en de andere niet.) Naarmate mensen meer geloven in een strenge God, zijn ze ook meer geneigd om waardecongruent te geven. Als men hen echter in een experiment eerst wijst op de liefde van God, dan vinden ze het een goed idee om ook aan andere doelen te geven.
Psychologisch gezien zit het logisch in elkaar: mensen verbinden zich bij voorkeur met gelijkgestemden, houden afstand tot wie ze als een bedreiging zien en beschermen wat ze kostbaar vinden tegen bedreigingen van buitenaf. Maar geloof versterkt dit, en dat is ook wel een beetje vreemd. Binnen het christelijk geloof gaat het toch onder andere om liefde tot de naaste en liefde voor de vijand, om de waarde van elk mens als schepsel van God, en noem maar op. Gordon Allport, een van de grote namen in de godsdienstpsychologie, benoemde dit al: „The role of religion is paradoxical. It makes prejudice and it unmakes prejudice.” („De rol van religie is paradoxaal. Het leidt tot vooroordelen en maakt die ongedaan.”)
Misschien is het goed om eens stil te staan bij de vooroordelen die je hebt over mensen die niet tot je eigen kring behoren. En hoe groot trek je die kring eigenlijk? Benadruk je overeenkomsten of verschillen? Laatst ontmoette ik een collega die zei: Toen ik nog in de christelijke ggz werkte, vertelden cliënten of ze gereformeerd, evangelisch of reformatorisch waren. Nu ik in de algemene ggz werk, zijn ze allemaal gewoon ”christen”. In deze gepolariseerde tijd lijkt het me goed om verschillen niet onnodig uit te vergroten, maar vooral het gezamenlijke te benadrukken. Juist als er essentiële waarden op het spel staan.
De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.