Ds. N.M. Tramper voor predikantsvrouwen GB: Zoek naar de stilte van Psalm 62
„De onrust van deze tijd zit diep in de botten van onze jongeren. Hun levensproject moet slagen. Ze moeten er goed uitzien. Misschien is het wel een van de meest venijnige werkingen in onze cultuur.”
Dat zei ds. N.M. (Niek) Tramper donderdag op de hervormde predikantsvrouwencontio op gereformeerde grondslag in De Aker in Putten. Hij sprak over het thema ”Stil bij U – de plek die God mij geeft”, naar aanleiding van Psalm 62. Ds. Tramper heeft met zijn vrouw de afgelopen jaren gewoond en gewerkt op De Wittenberg in Zeist.
De rusteloosheid zit diep in de tijdgeest verankerd, zei hij. Daarvoor wees hij op zijn boek ”Onrustig is ons hart”, waarin hij schetst „hoe wij in deze veeleisende wereld aandachtig kunnen leven en voedsel vinden voor onze ziel.”
Is dat een reden waarom we steeds minder bij de woorden kunnen van Psalm 62, wierp hij op. „Komt dat door alles wat het leven van ons vraagt en we moe zijn door alles wat er op ons bord ligt?” Volgens hem raakt dat ook de plek van de vrouw in de pastorie.
Onrust is van alle tijden, stelde ds. Tramper. „Rusteloosheid en verveling zijn ook van alle tijden.” Verveling nú is volgens hem iets heel anders. „Het is de angst dat je leven niet gelukkig of niet spannend genoeg is en dat je daarom voortdurend zoekt naar avontuur.”
Zijn we dan in staat om in ons dagelijks leven in de pastorie een tegencultuur te vormen, vroeg hij. „Een veilige plek te creëren waar met aandacht wordt geleefd? Een plek waar je ziel kan ademhalen?” Laten we daar eerlijk over zijn, aldus ds. Tramper. „Stil worden bij God betekent dat we eerlijk worden voor Hem en al onze pijn, ons gevoel van falen, onze moeheid en onze schuld voor Hem uitstallen.”
Ds. Tramper: „Waarom is je plek als predikantsvrouw zo ingewikkeld geworden? Is het de spanning tussen individuele ontplooiing en dienstbaarheid? Je schikken in de traditionele rol om er te zijn voor je man, je gezin?”
Voor de meeste predikantsvrouwen is dat volgens hem niet te veel gevraagd. „Maar je bent meer dan je rol. Hoe combineer je je persoonlijke verlangen met je beschikbaarheid in de pastorie? Innerlijke onzekerheid kan zomaar binnensluipen. Het gaat dan om de vraag hoe om te gaan met verwachtingspatronen in de pastorie.”
Vervolgens signaleerde hij ook de spanning die de gemeente meebrengt. „Kerkelijke gemeenten zijn in de afgelopen decennia assertiever geworden. De predikant moet aan allerhande verwachtingspatronen voldoen. Gemeenteleden steken hun kerkelijke of theologische voorkeuren niet onder stoelen of banken. Charismatische figuren, spannende leiders, scoren beter dan dienaars. Die spanning gaat de pastorie niet voorbij.”
De predikant gaf de predikantsvrouwen een handreiking voor een aandachtig leven. Hij noemde: „Een klein ritueel, een heiig gebruik dat betekenis geeft aan het alledaagse leven. Patronen waarin we de genade van het gebed nodig hebben. Het zoeken van momenten van stilte. Pas in de rust kunnen we ontvankelijk zijn, aandachtig luisteren, niet als we haast hebben.”
„De oefening in de stilte brengt vruchten voort”, zei ds. Tramper. De plek die God ons geeft is volgens hem een wachtpost. „God leert ons wachten en waken. Voor wachten is vertrouwen nodig. Wachten is nauw verbonden met hopen.”