De armste Nederlanders wonen aan de andere kant van de oceaan
Nergens in Nederland is de armoede zo groot als op de Caribische eilanden. Het minimumloon en de uitkeringen gaan er binnenkort omhoog, maar dat is slechts een deel van de oplossing.
Nee, de armste gemeenten van Nederland liggen niet in Oost-Groningen, Limburg of in de regio Rotterdam. Glenn Thodé weet beter. De armoede in het Caribische deel van het land is vele malen schrijnender. „Lang niet iedereen is zich daarvan bewust”, zegt Thodé. Sterker: hij moet nog steeds aan mensen in zijn omgeving uitleggen dat Nederland eilanden in de Caribische zee heeft.
Thodé is voorzitter van de commissie die de afgelopen maanden onderzoek deed naar de financiële problemen van de bewoners van Bonaire (24.000 mensen), Sint-Eustatius (3200) en Saba (2000). In het rapport ”Een waardig bestaan” schetst de commissie een somber beeld van het leven op de eilanden, waar de inkomsten zo laag zijn en de kosten zo hoog, dat een derde van alle bewoners onder de armoedegrens leeft.
Thodé, geboren op Bonaire, zegt dat de commissie voor elk eiland heeft gezocht naar „een gezicht van de armoede”. „Op Saba zie je het niet aan de huizen, daar lijkt alles netjes en aangeharkt. Op Sint-Eustatius merk je het in de openbare ruimte. Mensen zijn afhankelijk van elkaar, ze ruilen kleding en voedsel. Op Bonaire is de situatie het ergst. Bewoners leven in krotten, met lekkages, soms zonder elektriciteit. Ze gaan naar de voedselbank, kinderen moeten met lege maag naar school. Achter de voordeur is veel stress en huiselijk geweld.”
Kiezelsteentje
De armoede in de Cariben is voor de Haagse politici als een kiezelsteentje in de schoen. Het is een probleem op achtduizend kilometer afstand, ver weg van de dagelijkse hectiek op het Binnenhof. Maar het is wel een probleem dat al vele jaren voelt als een zeurende pijn.
Het ging direct mis op 10 oktober 2010, de dag dat de drie eilanden ‘openbare lichamen’ van Nederland werden. Het kabinet wilde er geen volwaardige gemeenten van maken, met dezelfde sociale voorzieningen als aan deze kant van de oceaan. De vrees was dat het minimumloon en de uitkeringen op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba te hoog werden, waardoor te veel bewoners in de regio naar deze eilanden zouden verkassen. Voor de Caribische Nederlanders is nooit een sociaal minimum vastgesteld.
De afgelopen dertien jaar zijn er diverse onderzoeken verschenen, onder andere van de Nationale Ombudsman, waaruit blijkt dat de eilandbewoners wegzakken in armoede. Tot verbetering heeft het nooit geleid.
Het werk van de commissie-Thodé is een doorbraak, vindt hij zelf. Voor het eerst staat op papier hoeveel geld de bewoners van de eilanden minimaal nodig hebben om rond te komen en hoeveel ze daadwerkelijk krijgen. De verschillen zijn groot. Alleenstaanden en gezinnen komen maandelijks honderden Amerikaanse dollars (de munteenheid op de eilanden) tekort.
Minimumloon
Demissionair minister voor armoedebeleid Carola Schouten was vorige week, samen met staatssecretaris Alexandra van Huffelen, in de West om daar de armoede van dichtbij te zien. Daar maakten ze ook bekend dat het minimumloon fors verhoogd gaat worden, naar 1750 dollar per maand (1648 euro). Op Bonaire is dat nu nog 1236, op Saba 1443. Ook de uitkeringen en de kinderbijslag stijgen.
Thodé reageert opgetogen, maar het is een deel van het antwoord, zegt hij. De armoede kan alleen worden opgelost als ook de kosten van het levensonderhoud dalen. Op Bonaire zijn de huurprijzen in de particuliere sector „schrikbarend hoog”, constateerde de onderzoekscommissie, een gevolg van de komst van „Europese Nederlandse stagiaires, ondernemers en pensionado’s met een grote(re) portemonnee”. Zij drijven de prijzen op. Het eiland telt 565 sociale huurwoningen, met ongeveer duizend huishoudens op de wachtlijst.
Eilandbewoners hebben ook last van dure boodschappen, vooral vanwege de importheffingen. Thodé wil daarom dat de eilanden samen een douane-unie vormen. „Vervoer binnen de Cariben is soms duurder dan transport van China naar Nederland. En de kosten dalen neer bij de bevolking.”
Het leidt ertoe dat dertien jaar nadat Bonaire, Sint-Eustatius en Saba Nederlands grondgebied zijn geworden, de armoede er nog even hardnekkig is. Het betekent ook dat eilandbewoners sceptisch zijn over iedere toezegging uit ‘Den Haag’. „Ik snap dat wel”, zegt Thodé. „Mensen zijn moe van alle beloftes. Het is lastig om hen uit te leggen dat er dit keer werkelijk iets verbetert. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat er nu iets goeds in gang is gezet.”