Opkomst kunstmatige intelligentie dwingt tot bezinning
Een kwarteeuw geleden was het nog voer voor boeken over sciencefiction. Vandaag de dag kunnen met computers, algoritmen en robots dingen gedaan worden waartoe het menselijk brein op zichzelf niet in staat is.
Artificial intelligence (AI) wordt dat genoemd, in het Nederlands: kunstmatige intelligentie.
Het is onmiskenbaar waar dat met AI nuttige dingen gedaan kunnen worden. Ze is bijvoorbeeld in te zetten bij de zoektocht naar gepersonaliseerde medicijnen, of bij het vroegtijdig opsporen van symptomen van ernstige ziekten.
Er zijn echter ook grote gevaren. AI kan door kwaadwillende landen gebruikt worden om vernietigingswapens te ontwikkelen en die te gebruiken. Er kunnen nauwelijks van echt te onderscheiden nepvideo’s mee gemaakt worden waarin personen optreden, zonder dat ze er zelf weet van hebben. Met deze technologie kunnen ook perfect geformuleerde e-mailberichten worden gemaakt, bedoeld om mensen te misleiden.
Kenners zeggen dat de mensheid nog maar aan het begin van deze technologische revolutie staat. Verschillenden van hen vrezen dat de ontwikkelingen niet alleen ongelooflijk snel gaan, maar dat ze straks onbeheersbaar worden.
Het is opvallend dat vooraanstaande wetenschappers en techondernemers hebben gepleit voor een pauze om eerst samen na te denken over vragen als „Wat willen we?” en „Hoever willen we gaan?” Die pauze is er niet gekomen. Ook ontbreekt de noodzakelijke regelgeving. Met andere woorden: de techniek pakt inmiddels al die autonome rol.
Deze week werd in Engeland de eerste internationale AI-top gehouden. Een groot aantal landen had vooraanstaande politici en deskundigen gestuurd om te komen tot samenwerking en regelgeving. Blijkens een verklaring leeft breed het besef dat de inzet van AI niet alleen positief kan zijn, maar dat er ook negatieve aspecten aan zitten. De verklaring die inmiddels is afgegeven spreekt zelfs van „mogelijk catastrofale schade.”
Regels maken en grenzen stellen blijkt echter moeilijk te zijn. Toch is dat nodig en willen regeringen daar aan werken.
Tegelijk is ook op lager niveau bezinning nodig en moeten organisaties grenzen stellen. Voorkomen moet worden dat ze de speelbal worden van de techniek. Want hoe groot de macht van de techniek ook lijkt te zijn, de mens is wel verantwoordelijk. Dat geldt op wereldniveau, dat geldt ook elk individu.
Deze nieuwe ontwikkeling dwingt ook de gereformeerde gezindte tot bezinning. Zij mag dat niet laten lopen. Antwoorden en ijkpunten mogen niet uitblijven omdat men in een sfeer van onderling wantrouwen talmt. Dat gebeurde destijds rond het thema internet, met alle gevolgen van dien. Later was het algemeen gevoelen: Hadden we maar eerder een gezamenlijke aanpak gevonden. Het verantwoord gebruik van AI is als thema heel moeilijk. Bij de bezinning daarover heeft men elkaar hard nodig.