Vraag, aanbod en een waardevolle asteroïde
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA lanceerde op vrijdag 13 oktober haar missie naar de asteroïde 16 Psyche. In de zomer van 2029 moet de ruimtesonde het stuk rots met een diameter van iets meer dan 200 kilometer bereiken.
Het bijzondere aan 16 Psyche is dat ze voor een belangrijk deel uit waardevolle metalen bestaat, waaronder goud. Vandaar dat hier en daar artikelen verschenen met als strekking dat we allemaal schatrijk zouden worden als we 16 Psyche naar de aarde zouden kunnen halen. Immers, vermenigvuldigen we de vermoedelijke hoeveelheid edelmetalen waaruit die asteroïde bestaat, dan komt de waarde uit op een bedrag van ongeveer 10 triljoen dollar (9,5 triljoen euro). Een triljoen is een 1 met 18 nullen erachter. Ter vergelijking: de omvang van de wereldeconomie is het getal 95 gevolgd door slechts twaalf nullen. En als we alle schulden in de wereld optellen, komen we op 305 gevolgd door eveneens twaalf nullen.
Ik vind de NASA-missie ook fascinerend, maar dan om een heel andere reden. Het is namelijk een leuke manier om de basis van de economische wetenschappen te illustreren en ook een hulpmiddel om ingewikkelde economische problemen te duiden en te begrijpen. De artikelen met de genoemde strekking laten zien dat dit nodig is. Ik doel op de wet van vraag en aanbod. Die wet is de kern van het economisch denken. Het spel van vraag en aanbod bepaalt immers wat er geproduceerd wordt, in welke hoeveelheden en wat de prijs ervan zal zijn. Wie wil nagaan hoe een beleidsvoornemen of gebeurtenis de economie kan beïnvloeden, moet denken in termen van ”wat doet dat met de vraag” en ”wat doet dat met het aanbod”.
Het mooie van de wet van vraag en aanbod is dat we die overal op kunnen toepassen. Bijvoorbeeld: waarom is de Amerikaanse rente hoog? Antwoord: de overheid in de VS geeft meer geld uit dan er binnenkomt. Om dat verschil te financieren geeft ze veel schuldbewijzen uit. De vraag ernaar is wat kleiner, waardoor de waarde van obligaties zakt en de rentes stijgen.
Een ander voorbeeld: waarom is de inflatie zo hoog? Antwoord: de vraag naar goederen en diensten is groter dan wat er geproduceerd kan worden op redelijk korte termijn. Dan gaan de prijzen omhoog. De vraag is zo hoog omdat er heel veel geld bijgedrukt is. Geld is, macro-economisch gesproken, niet bepaald schaars en dus daalt de waarde ervan. Die waardedaling noemen we inflatie.
Terug naar de suggestie dat de NASA de asteroïde 16 Psyche naar de aarde zou halen. Met het oog op de wet van vraag en aanbod durf ik de voorspelling aan dat wij allemaal dan niet alleen níet schatrijk zouden worden, maar dat velen hun vermogen fors zouden zien slinken! Immers, goud zou dan allesbehalve schaars zijn waardoor de waarde zou kelderen.
De les van dit voorbeeld: met de vraag ”wat betekent dit voor de vraag of het aanbod?”, kan ieder van ons elk economisch fenomeen begrijpen, beleidsvoornemens analyseren en inschatten wat de toekomst op dit terrein zal brengen.
De auteur is hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer.
> rd.nl/grootgeld