Opiniecommentaar

Meer Engels –en minder Nederlands– is teken van verschraling

Het is bijna onmogelijk om de opmars van het Engels in Nederland over het hoofd te zien. Mooi, dat meegaan in de vaart der volkeren? Of valt deze ontwikkeling bepaald niet alleen als vooruitgang te bestempelen? Waar het Engels het Nederlands als voertaal verdringt, is op zijn minst sprake van verschraling.

Hoofdredactie
24 October 2023 09:03Gewijzigd op 24 October 2023 15:09
beeld ANP, Marcel Antonisse
beeld ANP, Marcel Antonisse

Laat duidelijk zijn dat beheersing van de Engelse taal veel voordelen met zich meebrengt. Wie zich kan redden in deze universele wereldtaal zal niet snel op gesloten deuren stuiten. Dat geldt in het bedrijfsleven en in het onderwijs. Maar evengoed tijdens een toeristische reis.

Maar wat als een vreemde taal meer en meer de plaats inneemt van de nationale taal? Bekend voorbeeld is het hoger onderwijs, waar de internationalisering zulke grote vormen heeft aangenomen dat minister Dijkgraaf van Onderwijs zich geroepen voelt daar paal en perk aan te stellen.

De pijn zit hem daar overigens niet alleen in het feit dat het Engels zo’n prominente rol is gaan spelen, maar ook dat Nederland de toevloed van buitenlandse studenten amper aankan. Denk alleen maar aan de huisvestingsproblematiek.

Ook in het bedrijfsleven rukt het Engels op. Wie in de stad een horecagelegenheid bezoekt, moet niet raar opkijken wanneer de ober het Nederlands niet machtig is. Eenzelfde ontwikkeling valt waar te nemen in de detailhandel. Steeds meer winkelpersoneel is van buitenlandse afkomst, zo bleek maandag uit een onderzoek dat is uitgevoerd door de NOS.

Krapte op de arbeidsmarkt noodzaakt verschillende winkelketens de gevraagde vaardigheden van werknemers bij te stellen. Nederlandstalig is steeds minder vaak een harde eis. Daar wordt al snel een goed verkoopargument bij gevonden: ook de klantenkring wordt steeds diverser en internationaler. Daarmee vervalt als vanzelf de noodzaak van exclusief Nederlands taalgebruik.

Toch wringt het, deze onmiskenbare opmars van het Engels, die veel verder gaat dan het uit andere talen overnemen van woorden. Leenwoorden zijn al eeuwen gemeengoed, eerst vanuit het Latijn en Grieks, later ook vanuit het Duits, Frans en Engels. Dat zijn bewijzen dat een taal levend is.

Maar verdringing van een nationale taal doet afbreuk aan wat cultureel erfgoed mag worden genoemd. Het Nederlands –met al zijn ontwikkelingen door de tijd heen– is een verbindende factor vanjewelste en geeft mede vorm aan de nationale identiteit.

Die eigenheid mag best worden bewaakt en gekoesterd, zonder daar direct het etiket nationalistisch op te plakken. Hoe Europees gezind andere EU-landen om ons heen ook zijn, de eigen taal wordt vaak beschermd als een baby.

De schrijver Willem Frederik Hermans zou eens gezegd hebben geen volk te kennen dat zijn eigen taal zo minacht als het Nederlandse volk. Als dat waar is, zijn we de weg behoorlijk kwijt. Talenkennis is prachtig, maar daar hoort beheersing van het Nederlands dan volledig bij.

Deze taal valt te leren, door iedereen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer