Laat vrede in het Midden-Oosten de inzet zijn, ook in campagne
Doorgaan met het streven naar een rechtvaardige tweestatenoplossing. De Nederlandse ambassade verplaatsen van Tel Aviv naar Jeruzalem.
Druk uitoefenen op Israël, zodat het zich terugtrekt uit de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. De Midden-Oostenparagrafen in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen wekken op z’n zachtst gezegd niet de indruk dat er een enorme worstelpartij aan voorafging voor de concepttekst kon worden vastgesteld. Integendeel, het heeft er veel van weg dat vertrouwde standpunten die al jarenlang worden ingenomen tamelijk routinematig opnieuw op papier werden gezet.
Nu de weerzinwekkende terreuraanslag van Hamas en de mogelijke geopolitieke gevolgen daarvan het gesprek van de dag zijn, is Israël voor diezelfde politieke partijen opeens topprioriteit. Zeker voor de campagneteams. In de Kamer en in de campagnedebatten moeten er stellingen worden betrokken over Israël en Hamas, waarbij de passages uit de verkiezingsprogramma’s slechts ten dele nog houvast bieden. Partijen moeten nu veel concreter kleur bekennen, bijvoorbeeld over het wel of niet stopzetten van de humanitaire hulp aan de Palestijnse Autoriteit. En over de ruimte die in hun ogen in grote steden mag worden geboden aan pro-Palestinabetogingen.
Dat is een ommezwaai, die hoe dan ook met zich meebrengt dat op z’n minst de ondertoon van de campagne in de komende weken zal worden bepaald door Israël, en wellicht meer dan dat.
Duidelijk daarbij is dat rechtse partijen, zoals VVD, PVV en SGP, deze wending eerder zullen verwelkomen dan bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA. Zo zal het de SGP weinig moeite kosten haar Israëlliefde nog royaler te belijden en weten PVV en VVD ongetwijfeld campagneslogans te vinden waarin wordt gewaarschuwd voor het importeren van jihadistisch gedachtegoed.
Voor het partijbestuur van GroenLinks-PvdA vergen de ontwikkelingen vooral een fikse balanceeract, waarbij buiten kijf staat dat de activistische, pro-Palestijnse vleugel in de partij hoe dan ook moet worden bediend.
Alles bij elkaar klinkt ook dat alles redelijk overzichtelijk. Maar mocht Israël de campagne gaan domineren, dan valt niet uit te sluiten dat de uitingen van partijen daarover linksom of rechtsom worden gestempeld door de verkiezingskoorts. En dat de felle polarisatie die her en der in de samenleving nu al zo pijnlijk zichtbaar wordt, overslaat naar de politiek. Dat is een schrikbeeld dat er in het ergste geval toe kan leiden dat het doen van voorstellen die moeten bijdragen aan vrede in het Midden-Oosten –voor alle partijen toch de belangrijkste politieke opgave– uit beeld verdwijnt.
Eén bescheiden oproep aan het adres van partijen is dan ook wel op z’n plaats: als de profileringsdrang niet langer is te onderdrukken, laat die dan hand in hand gaan met waardigheid.