„Ziet, de Bewaarder Israëls zal niet sluimeren, noch slapen. De Heere is uw Bewaarder, de Heere is uw Schaduw, aan uw rechterhand.”

Alle instrumenten die tegen Gods volk bereid worden, zullen nooit gelukken. Hun geloof, liefde, hoop en vertrouwen, die wel nu en dan beproefd en door hun ongelovige redeneringen in hen geschud en flauw worden, kunnen echter nooit geheel uitgeblust worden. Trouwens, het zaad Gods blijft in hen; de Heere kent degenen die de Zijnen zijn. Hij bewaart hun uit- en ingang tot in eeuwigheid. Hij is het schild van hun hulp en het zwaard van hun hoogheid. Hij is een vurige muur rondom hen. Ja, Hij stort Zijn liefde uit en zendt Zijn vrede, die alle verstand te boven gaat, in hun harten, waardoor hun harten en zinnen bewaard worden in Christus Jezus (Filippenzen 4:7). Zo worden des Heeren gunstgenoten onmiddellijk in de kracht Gods bewaard.

Er kunnen vragen in uw hart opkomen. De eerste vraag is mogelijk: Welke zijn de heerlijke doeleinden die God heeft met deze krachtdadige bewaring? Ik antwoord: om hierdoor Zijn goddelijke kracht te openbaren en te doen blijken dat Hij Zijn kracht in hun zwakheid wil volbrengen. En dat de sterkte van God er ook is om hierdoor Zichzelf en Zijn volk heerlijk te maken en Zijn en hun vijanden beschaamd te laten worden. Zo zullen zij moeten zeggen: Waar is een God als Israëls God! Waar is een volk als het volk dat in de kracht Gods bewaard wordt!

Christiaan Salomon Duytsch,
predikant te Mijdrecht

(”De gelukstaat, de roem en de bewaring van een gelovig christen, voorgesteld in drie leerredenen”, 1779)