De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) heeft gemeld dat door het hevige noodweer en de overstromingsramp in het noordoosten van Libië zeker 43.059 menen zijn ontheemd. Met name uit de zwaarst getroffen stad Derna trekken ook nu nog veel mensen weg, omdat er geen drinkwater meer is. Veel mensen gaan naar het oosten naar Tobruk of in westelijke richting naar de stad Benghazi. Velen kunnen bij familie terecht, volgens de IOM.
Op 10 en 11 september werd de regio in de nasleep van de storm Daniel getroffen door enorme regenbuien. Dat was voor de stad Derna niet voor het eerst en daarom werden in de jaren 70 twee stuwdammen buiten de stad gebouwd om het waterpeil in de rivier de Derna te beheersen. De stad ligt aan de monding van de rivier. De dammen zijn echter al lang niet meer onderhouden en ze stortten tijdens het noodweer plotseling in.
Een enorme hoeveelheid water gutste door de stad waardoor zeker een kwart van Derna werd verwoest. Er zijn duizenden mensen bij omgekomen, maar over het aantal slachtoffers doen verschillende schattingen de ronde. Volgens de jongste cijfers van de IOM zijn zeker 4000 doden geborgen en loopt dat aantal nog steeds op. Onder de omgekomen slachtoffers zijn honderden migranten die naar het noorden van Libië waren gekomen om er over zee naar Europa te gaan.
