Kerk & religiekerkgeschiedenis

Jean de Vallière, de eerste protestantse martelaar van Frankrijk

Het is 8 augustus 1523. In Parijs wordt een kleine brandstapel opgericht, niet ver van de Notre-Dame, bij de entree van de Rue Sainte-Anne, dicht bij de varkensmarkt. De lucht is nu al nauwelijks te harden, wat zal het nog worden? Wie zal daar op die brandstapel worden omgebracht? Geen varken, maar wellicht iemand die als een varken moet worden behandeld.

Dr. Harm Veldman
2 September 2023 16:40Gewijzigd op 2 September 2023 16:43
Koning Frans I. beeld Wikimedia
Koning Frans I. beeld Wikimedia

De mensen die het weten, durven het eigenlijk niet te vertellen: er zal een mens worden verbrand. Een ketter. Een volgeling van de brutale Duitse ex-monnik Martin Luther, die paus en keizer ongehoorzaam was en die zelf ter dood gebracht had moeten worden. Zo denken velen in Parijs, in de kringen van onwetenden, ook in de kringen van hooggeleerden. Wat is hier aan de hand?

Toch wel merkwaardig: de monnik Luther, die in het oosten van Duitsland leeft, weet al gauw na 1517 de aandacht te trekken van mensen ver buiten Wittenberg. Zijn Latijnse 95 stellingen waaien heel Europa door. En zijn bekendheid wordt in 1520 steeds groter als de paus deze „ketterse” theoloog in de ban doet. Daarna is de jonge keizer Karel V aan zet. Hij houdt in het voorjaar van 1521 in Worms zijn rijksdag met alle groten van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie. Maar in alle spanningen houdt Luther voet bij stuk als het gaat om de kern van het Evangelie: niet het woord van een mens, niet dat van concilies of pausen heeft het hoogste gezag, maar alleen het Woord van God, dat in Christus heel dichtbij gekomen is. Gods genade redt de mensen; niet de voorschriften van een dwalende kerk. Grote groepen Duitsers zijn blij met Luther, zijn geschriften vliegen in snel tempo heel het land door. En daaronder wordt een dikke streep gezet wanneer Luther in september 1522 zijn Duitse vertaling van het Nieuwe Testament kan uitgeven. Zo breekt de Reformatie door in grote delen van Duitsland. Ook verder in Europa?

Heldere stem

De berichten over Luthers optreden en zijn publicaties raken op allerlei manieren bekend in de landen rondom Duitsland. Boekdrukkers en marskramers werken mee aan een grotere bekendheid van Luther. Geleerden krijgen zijn teksten in handen. De een schudt zijn hoofd over zo veel nieuwe en „gevaarlijke” inzichten – die zullen de kerk te gronde richten. Anderen zijn blij met de heldere stem uit Wittenberg. Ze hopen door de verkondiging van het zuivere Evangelie op herstel van het ware kerk-zijn.

Deze uiteenlopende reacties kan men ook in Frankrijk beluisteren. Via drukkerij Froben in Basel worden Luthers geschriften het land binnengesmokkeld. Bij de machtige universiteit de Sorbonne staat Luther op de lijst van ketters. Maar in andere kringen wordt hij juist ijverig bestudeerd en worden zijn opvattingen aangenomen. Waar en hoe is dat mogelijk? Dat is vooral te merken in de Kring van Meaux, ook wel aangeduid als het Cenakel van Meaux. Een groep jonge, aankomende kerkdienaren begint in 1521 onder leiding van bisschop Guillaume Briçonnet en de bekende taalgeleerde Jacques Lefè­vre d’Étaples met intrigerende gesprekken over de toekomst van kerk en theologie. Meaux is een dorp dicht bij Parijs, waar het franciscaner klooster ruimte biedt als gesprekscentrum voor het doordenken over de vernieuwing van de kerk. Nu is het een feit dat bisschop Briçonnet in december 1521 door koning Frans I was opgeroepen om een begin te maken met het hervormen van de Franse kerk op basis van het Evangelie. Een betere start van een nieuwe beweging kan men zich nauwelijks voorstellen. Frankrijk lijkt met koninklijke ruggensteun evangelisch te worden. Iemand als Guillaume Farel heeft daar veel inspiratie opgedaan. Maar in 1525 laat bisschop Briçonnet –onder druk van de autoriteiten– weten dat hij de leer van Luther niet (meer) accepteert. Daardoor viel uiteindelijk de Kring van Meaux uit elkaar.

Koning Frans I

Frans I werd in 1484 geboren als zoon van koning Lodewijk XII en was daarmee een telg uit het vorstenhuis Valois-Angoulême. Hij was de eerste Franse vorst die na zijn kroning te Reims (1515) in zijn rijk de renaissance bevorderde, onder andere met de bouw van het kasteel van Chambord aan de Loire, waarvoor hij bij het ontwerp de Italiaanse kunstenaar Leonardo da Vinci aantrok. Het kasteel kreeg 440 kamers, 365 torens en 1036 ramen. In iets mindere mate waardeerde de koning het (literaire) humanisme, waar zijn zuster Margaretha van Valois-Angoulême juist wel veel waardering voor toonde met nieuwe visies op kunst, wetenschap en religie. Zij was getrouwd met Hendrik II d’Albret, koning van Navarre. Hun dochter was de in 1528 geboren Jeanne d’Albret, de later bekende koningin van Navarre.

Frans I was in tweede echt getrouwd met Eleanore van Habsburg, waardoor hij een zwager werd van keizer Karel V, die hij overigens in meerdere oorlogen bestreed. Frans was uit op een stevige aanzet tot een absoluut koningschap, waarbij de adel tot medewerking werd overgehaald, terwijl de gewone onderdanen feitelijk geen invloed uitoefenden op de regering. Maar toch lieten niet alle edelen zich zomaar invoegen in de koninklijke politiek. Dit leidde na 1560 tot de (soms) bizarre hugenotenoorlogen.

De godsdienst van Frans I was rooms-katholiek met een gallicaanse inslag – dat wil zeggen dat de paus zich op afstand diende te houden gezien de belangen van het Franse rijk. Frans I wenste dat zijn Franse kerk een steunpilaar was voor het nieuwe type koninkrijk dat door hem werd ontwikkeld. De leus die dat goed aangaf, luidde als volgt: ”Un roy, une loy, une foy”, één koning, één wet, één geloof. De volgorde van deze leus typeert al de politieke wil van de Franse koning: hij maakte de godsdienst ondergeschikt aan zijn vorstelijke belangen. Door zich hieraan te houden bleek er weinig ruimte voor aanhangers van de ”nieuwe religie”. Het gevolg was dat er op onverwachte momenten stevige onderdrukking en vervolging plaatsvonden. Maar soms was Frans I pragmatisch en sloot hij zelfs een bondgenootschap met Duitse protestantse vorsten die de macht van keizer Karel V ook wilden indammen.

Frans I was de hoogst verantwoordelijke autoriteit voor de vervolging van protestanten, en daarmee ook voor de marteldood van de monnik Jean (de) Vallière op 8 augustus 1523.

Jean (de) Vallière

Jammer genoeg zijn er van deze martelaar heel weinig biografische gegevens bekend. Zijn naam wordt verschillend gespeld. We volstaan met een kort overzicht van zijn leven.

Hij werd geboren in 1480 in het dorpje Hacqueville, dicht bij Falaise (geboorteplaats van Willem de Veroveraar) in Normandië. Hij werd kloosterling bij de augustijner orde in zijn omgeving. Wellicht doordat hij bij deze orde hoorde, kwam hij in bezit van geschriften van de augustijner monnik Luther. En wellicht is hij ook korte tijd betrokken geweest bij de Kring van Meaux, waar men Luther bijzonder waardeerde. Hij was als monnik duidelijk reformatorisch gezind. De vele geschriften van Luther, gevonden bij de arrestatie van Jean (de) Vallière, waren voldoende reden hem te verdenken van ketterij. Hij werd als ”luthérien” veroordeeld wegens „blasfemie en het in bezit hebben van verscheidene geschriften die beledigend waren voor Jezus en Zijn moeder Maria”. Het vonnis luidde: sterven op de brandstapel en tevens de verbranding van alle ketterse boeken.

Vervolgingen

De vervolgingen gingen door, hoewel koning Frans I tot twee keer toe kennis had kunnen nemen van de leer van de reformatoren: eerst zond de Zwitserse reformator Huldrych Zwingli hem zijn dogmatiek, de ”Commentarius de vera et falsa religione” (over de ware en valse godsdienst); later deed Johannes Calvijn iets dergelijks door Frans I de eerste editie van de ”Institutie” toe te zenden.

Tegen het eind van de regering van Frans I werd een groep protestanten gearresteerd en omgebracht met koninklijke goedkeuring. Dit gebeurde in 1546, toen veertien mannen uit Meaux wegens ketterij tot de brandstapel werden veroordeeld. In dat dorp was in 1545 een huisgemeente van gereformeerden gevormd, vermoedelijk de eerste gereformeerde gemeente in Frankrijk. Wat was hun ‘misdaad’? Ze kwamen in particuliere huizen bijeen, ze spraken daar hun gebeden uit, ze zongen psalmen, ze vierden het avondmaal en ze verklaarden dat ze nooit de ”paapse afgoderij” zouden aanvaarden. Aldus het bericht van de gereformeerde tijdgenoot en documentalist Jean Crespin.

Door deze massale executie kwam het laatste levensjaar van de 63-jarige koning Frans I in het teken te staan van wrede onderdrukking met vuur en rook, waarin veertien martelaren stierven. De 28-jarige zoon Hendrik II zou in dat spoor verdergaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer