Arib naar rechter om onderzoek tegen haar stop te zetten
Oud-Kamervoorzitter Arib is een procedure begonnen om het onderzoek tegen haar tussentijds te laten stopzetten omdat het onrechtmatig zou zijn.
Dat schrijft vertrekkend voorzitter Bergkamp, Aribs opvolger, aan de Tweede Kamer. Ze deed dat in antwoord op vragen van Kamervragen van onder meer Pieter Omtzigt, PvdA, SP en PvdD.
Arib, die wordt beticht van grensoverschrijdend gedrag jegens ambtenaren, wil met de procedure voorkomen dat het complete rapport straks op straat komt te liggen, inclusief allerlei gevoelige details omtrent haar persoonlijk functioneren.
Het is niet de eerste keer dat de oud-voorzitter zich juridisch verweert. Het advocatenkantoor Knoops legde eerder namens haar de eis op tafel dat zij kan beschikken over de complete documentatie waarop de klachten tegen haar zijn gebaseerd. Dinsdag bevestigde het kantoor in de Volkskrant de strekking van de brief van Bergkamp. Volgens een verklaring van de juristen stelt Arib de Staat der Nederlanden aansprakelijk, naast het dagelijks bestuur van de Kamer (ook bekend als het presidium) dat de opdracht heeft verleend en de uitvoerende instantie, bureau Hoffman.
Om te voorkomen dat het presidium zich inhoudelijk zou bemoeien met de uitvoering van het onderzoek is de begeleiding overgelaten aan drie zogeheten gedelegeerde opdrachtgevers: hoogleraar arbeidsrecht Willem Bouwens (VU), bijzonder hoogleraar organisatiepsychologie Aukje Nauta (Universiteit Leiden) en hoogleraar bestuurskunde Mirko Noordegraaf (Universiteit Utrecht). Ook die drie deskundigen heeft Arib aansprakelijk gesteld.
Het gaat om een bodemprocedure met het verzoek aan de rechtbank om tot een voorlopige voorziening te komen. Als het verzoek wordt gehonoreerd, moet de rechter op korte termijn uitspraak doen.
Rechtswaarborgen
In een toelichting in de Volkskrant noemen de juristen het onderzoek tegen Arib in strijd „met alle rechtswaarborgen die wij in onze rechtsstaat kennen”. Zo zou Arib bijvoorbeeld geen inzage krijgen in de gespreksverslagen van de geïnterviewden. Andere belangwekkende documentatie zou de oud-voorzitter alleen op locatie mogen inzien, zonder dat ze er zelf over kan beschikken.
Het presidium ondernam actie toen het twee anonieme brieven binnenkreeg over de onveilige werkcultuur die Arib zou hebben gecreëerd. Wie die melders waren, is tot dusver onduidelijk.