Zomerrecept: Makreel, een lekkere vis om uit te pluizen
Wie ver van de zee en overige grote wateren geboren en getogen is, groeit niet als vanzelfsprekend op met verse vis en schaal- of schelpdieren. Volgens mij was ik al ruim volwassen toen ik voor het eerst mosselen at. We aten wel vis, vroeger, maar dan uit blik. Of uit een potje: rolmops, zo’n opgerolde haring in het zuur. Een enkele keer kregen we een lekkerbekje. Wat wel regelmatig op het menu stond was gerookte makreel.
Inmiddels eet ik best graag verse vis en garnalen en mosselen, bijvoorbeeld in een restaurant. Maar bij de viskraam haal ik –misschien niet verrassend– het vaakst makreel. Vanwege de smaak, natuurlijk, en omdat vette vis gezond is. Dat je zo’n gerookte vis relatief lang kunt bewaren is ook mee meegenomen.
In de zomerse pastasalade die hier beschreven staat, is gerookte makreel een van de smaakmakers. Het is een snel te bereiden gerecht dat gerust een halve dag of langer van tevoren kan worden klaargemaakt. Alleen de pasta wordt gekookt, de rest gaat er rauw doorheen.
Het ontleden van de makreel kost de meeste tijd. Dat is een precies werkje waarbij je onvermijdelijk vette handen oploopt. Zo’n vis uitpluizen vind ik een van de leukste klusjes in de keuken. Met als bonus voor de kok de fijne stukjes wang uit de kop van de makreel.