Rozendaalse serre brengt inwoners samen, maar dat gaat niet vanzelf
Inwoners „achter de heg” vandaan krijgen is in Rozendaal een uitdaging. Toch weten zo’n acht mensen elkaar iedere woensdagochtend te vinden voor een gezamenlijk kopje koffie. Is er muziek of een lezing, dan ligt de opkomst aanzienlijk hoger. „We zijn kieskeuriger dan vroeger.”
Mensen zijn druk, druk, druk, verzucht Esse van Hall (54). Sinds de start, zo’n acht jaar geleden, coördineert hij de ”Serre van Rozendaal”, een project vanuit de gemeente waarbij inwoners iedere woensdagmorgen bij elkaar kunnen komen voor een kopje koffie in een bijgebouw –met serre– van de Kerk van Rozendaal. Op die manier is er ruimte voor ontmoeting tussen inwoners, maar dat blijkt niet eenvoudig. „Zelfs mensen van in de tachtig hier zijn vaak nog heel actief. Niets op tegen natuurlijk, maar het is daardoor voor ons lastig om mensen hiernaartoe te krijgen.”
Voor de extra activiteiten die Van Hall eens per maand organiseert, lopen wel meer Rozendalers warm. „Komt er een pianist verzoeknummers spelen, dan komen tientallen mensen luisteren. En op de ochtend dat we kerststukjes maken, loopt het ook altijd storm.”
De zeven bezoekers die vandaag zijn aangeschoven op het terras in de tuin achter de kerk van Rozendaal, nemen wel genoegen met enkel een kopje koffie, zonder muziek of creatieve activiteit. De „harde kern”, in de woorden van Van Hall. Vrijwilligster Herma van den Berg (71) gaat rond met koffie en koekjes, voor bezoekster Joke Markhorsten-den Hartog –91 jaar oud– wordt nog even een jasje gehaald. De zon piept zo nu en dan tussen de wolken door.
Een voorstelrondje is niet nodig. Iedereen kent elkaar en de gesprekken worden opgepakt waar ze vorige week zijn gestopt, zo lijkt het.
Ruilverkaveling
Waarom hij hier is? „Ik ga gewoon achter mijn vrouw aan”, antwoordt Gijsbert Vink met een lachje (87). Hij en zijn echtgenote Marguerite (80) komen sinds de start wekelijks naar de serre. Vooral voor de contacten, vertelt hij. „Het is hier gezellig. Net een café, maar dan met koffie in plaats van bier. Je ontmoet hier verschillende mensen, en daar leer je van. We hebben het over wat er in de krant staat, maar we kunnen ook klagen over moderniteiten als de computer, of over de belastingaangifte.”
Het echtpaar kwam in de jaren zeventig naar Rozendaal, toen hij als ambtenaar in de ruilverkaveling vanuit Zeeland werd overgeplaatst. De nieuwe woonplaats beviel goed. Later, toen een volgende verhuizing aanstaande was, werd hij leraar wiskunde op het Rhedens lyceum, op loopafstand van huis.
Kasteel
Van grote betekenis voor de gemeente Rozendaal is kasteel Rosendael. Tot 1977 bewoonden adellijke families het kasteel. De baronnen financierden onder meer een begraafplaats, de plaatselijke school en de kerk. Vanuit het kasteelpark voert een hek direct naar de voordeur van de kerk. Tegenwoordig is het kasteel en het park eromheen in handen van Geldersch Landschap & Kasteelen.
Iedere inwoner van Rozendaal kan het kasteelterrein gratis bezoeken en dat schept een band, vertelt Evelien Mulder. Zij werkt op Rosendael als kasteelmedewerker en houdt zich vooral bezig met de zakelijke exploitatie, coördinatie van vrijwilligers en administratie. Verschillende verenigingen blijken gebruik te maken van het terrein. „Zo houdt de Rozendaalse Schutters Sociëteit hier zijn avonden. De Rozendaalse Hengelvereniging vist op forellen in de vijvers van het park. En op Koningsdag gebruikt de Oranjevereniging het voorterrein van het kasteel voor de activiteiten.
Een andere verbindende factor in Rozendaal is het werk van de vrijwilligers, legt Evelien uit. Zo’n zeventig mensen, van wie een groot deel uit Rozendaal en directe omgeving komt, verzorgen rondleidingen, bemannen de winkel en kaartverkoop en houden de collectie schoon. Ook komen oudere inwoners van Rozendaal vaak met hun eigen kinderen en kleinkinderen terug om het kasteel nog eens te bekijken. „Zij hebben hier veel herinneringen liggen. De Bedriegertjes, fonteintjes die onverwachts aangaan, zijn bijvoorbeeld altijd al een bekende attractie geweest.”
Rozendaal groeide hard in de afgelopen decennia. Woonden er in 1995 nog zo’n 1150 mensen in de gemeente, inmiddels zijn dat er ruim 1750. De meeste inwoners gaat het financieel goed, zo staat de gemeente in de top tien van plaatsen met het hoogste gemiddelde inkomen.
Gijsbert Vink zag Rozendaal veranderen. In de vorige eeuw was de sfeer gemoedelijker, vindt de oud-ambtenaar. Een belangrijke samenbindende factor in het gezin Vink was de Koninklijke Rosendaalsche Kapel, waar de drie kinderen lid van waren. „De repetities wilden ze niet missen. En op feestdagen liep de harmonie steevast door het dorp.”
Tegenwoordig is er minder onderlinge verbondenheid, ervaart Vink. „Wij hebben wel contact in de straat, en als we hulp nodig hebben dan is die er direct. Maar mensen zijn druk, dat zie ik om me heen. Kleine kinderen worden ’s ochtends vroeg al naar de opvang gebracht, pas tegen etenstijd zijn de ouders klaar met werken. De boodschappenbusjes rijden af en aan.”
En hoewel hij en zijn vrouw nooit zomaar een koffiemoment in de serre overslaan, ziet hij dat dit voor anderen niet vanzelfsprekend is. „Mensen zijn kieskeuriger geworden.”
Helemaal na de coronaperiode is het moeilijk om mensen te trekken, ervaren coördinator Van Hall en vrijwilligster Van den Berg.
Het stoort de vaste gasten niet. Ze wisselen boekentips uit, bespreken vakantie-ervaringen en vertellen over bezoekjes van de kleinkinderen. Aan het eind van de ochtend gaat ieder zijns weegs. Veelal door naar een volgende afspraak.