Meditatie: Vlees en geest
Johannes 3:6
„Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, dat is geest.”
Wedergeboorte is een opstanding. Het is een nieuwe schepping. Het is een overbrengen uit de dood in het leven. Het is de planting in onze dode harten van een nieuw beginsel van boven. Het is het in het leven roepen van een nieuw schepsel, met nieuwe levensgewoonten, nieuwe smaken, nieuwe wensen, nieuwe begeerten, nieuwe oordelen, nieuwe meningen, nieuwe verwachtingen en nieuwe vrezen. Dit alles en niets minder is ermee bedoeld als onze Heere verklaart dat wij allen een „nieuwe geboorte” nodig hebben. Deze verandering van hart is door de verdorven toestand waarin wij allen zonder onderscheid geboren worden tot zaligheid bepaald noodzakelijk. „Wat uit het vlees geboren is, dat is vlees.” Onze natuur is door en door bedorven. „Het bedenken van het vlees is vijandschap tegen God” (Romeinen 8:7). Wij komen in de wereld zonder geloof, zonder liefde, zonder vreze voor God. Wij hebben geen natuurlijke genegenheid om Hem te dienen of Hem te gehoorzamen en geen natuurlijk genoegen in het volbrengen van Zijn wil. Aan zichzelf overgelaten zou geen Adamskind zich ooit tot God bekeren. De meest juiste beschrijving van de verandering die wij allen nodig hebben om ons tot ware christenen te maken is de uitdrukking ”nieuwe geboorte”. Deze machtige verandering –dit moet nooit vergeten worden– kunnen wij onszelf niet geven. De naam wedergeboorte die onze Heere daaraan geeft, is er een overtuigend bewijs van.
J.C. Ryle, bisschop te Liverpool
(”Uitleggende gedachten over Johannes”, 1874)