Berlijn wil minder afhankelijk worden van Peking
De Duitse regering wil economisch minder afhankelijk worden van China, maar zoekt geen totaal andere koers in de relaties met de Volksrepubliek. Dat blijkt uit de donderdag gepresenteerde strategie, door de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Annalena Baerbock.
De Duitse regering wil niet dat het land wordt „losgekoppeld” van China. En „de economische relaties moeten worden gehandhaafd, maar op kritieke gebieden moeten we onze afhankelijkheid minder maken, vanwege de risico’s die de afhankelijkheid met zich meebrengt”.
Donderdag presenteerde buitenlandminister Baerbock de Duitse China-strategie in het Mercator Instituut voor Chinese Studies in Berlijn. Ze bekritiseert het beleid van Peking omdat „het zich verder verwijdert van de normen en regels die in de internationale orde plegen te worden nageleefd”. Dit schept ook risico’s voor het bedrijfsleven. De regering wil daarom ook met bedrijven die met China zaken doen gegevens uitwisselen om risico’s te vermijden.
De Duitse zorgen over China, waar het strategisch plan uit voortvloeit, worden wel met Peking helemaal doorgenomen en besproken, aldus Baerbocks ministerie. Het wordt momenteel in het Chinees vertaald. De Chinese ambassade in Berlijn laat weten dat Duitsland vooral bezig is met „ideologische vooroordelen en een angst voor concurrentie. Dat is contraproductief en creëert risico’s. China is partner van Duitsland, geen rivaal”, aldus de ambassade.
De China-strategie betekent opnieuw een hardere toon van Duitsland naar Peking. Duitsers geloofden in ”Wandel durch Handel”: economische groei zou China in democratische richting duwen. Maar na de Russische inval in Oekraïne is Berlijn kritischer over de relatie met Peking.