Vier provincies leveren hun gebiedsprogramma pas na deadline in
Vier provincies hebben de deadline voor het inleveren van hun Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) niet gehaald. Minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof wilde afgelopen zaterdag, 1 juli, de conceptversies binnen hebben om ze te kunnen beoordelen. Acht provincies hebben dat op tijd gedaan.
Volgens een woordvoerder van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben Gelderland, Noord-Brabant, Utrecht en Zeeland om enkele dagen uitstel gevraagd en dat ook gekregen. „Sommige provincies willen rekening houden met de politieke realiteit”, aldus de woordvoerder, doelend op de bestuurswisseling die nu in heel wat provincies plaatsvindt na de verkiezingen van maart. „Daar kan je enig begrip voor opbrengen.”
Utrecht en Noord-Brabant zijn van plan om hun conceptprogramma dinsdag op te sturen naar Den Haag. In Gelderland bespreken de Provinciale Staten deze week de plannen, waarna het Gelderse PPLG wordt ingediend. In Zeeland buigt het onlangs geïnstalleerde college van gedeputeerden zich dinsdag over de inhoud van het programma. Het is de bedoeling dat het plan dan volgende week wordt opgestuurd.
In het PPLG beschrijven de provincies hoe ze met een gebiedsgerichte aanpak aan de landelijke eisen willen gaan voldoen wat betreft natuur, water, stikstof en klimaat. Het Rijk en de Ecologische Autoriteit beoordelen die concepten de komende maanden. In de loop van volgend jaar moeten de provincies hun definitieve PPLG indienen.
Voor de uitvoering van de programma’s heeft het Rijk tot en met 2035 een totaalbedrag van 24,3 miljard euro gereserveerd. Duidelijk is dat de financiële wensen van de provincies die 24,3 miljard ruimschoots overschrijden. Volgens het ministerie moeten ze het hier echter mee doen en wordt het fonds niet uitgebreid. De woordvoerder laat weten dat alle provincies in maart uitleg hebben gekregen over de manier waarop het geld wordt verdeeld. Ze hebben toen ook „inzage gekregen in het indicatieve budget” per provincie. Iedere provincie weet dus hoeveel geld ze ongeveer tegemoet kan zien, maar desondanks hebben ze toch claims uitgesproken die in de meeste gevallen fors hoger liggen.
Volgens de Overijsselse gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher, die 5,2 miljard euro nodig zegt te hebben voor zijn provincie, kan het niet met minder. „Dit bedrag hebben we nodig om hier een succes van te maken. Anders kunnen we de doelen niet realiseren.”
