Rozemond schetst in ”Melkmeisje” boeiend beeld van mysterieuze schilder
Wie is die man die tijdens zijn leven nauwelijks schilderijen verkocht, maar na zijn dood wereldberoemd werd? In de semiautobiografische roman ”Melkmeisje” schetst Matthias Rozemond een intrigerend beeld van de schilder Johannes Vermeer.
Als protestant rooms-katholiek worden na de Tachtigjarige Oorlog heeft grote gevolgen. De persoon geeft in principe zijn familie én zijn maatschappelijke kansen op. Als diegene dan ook nog een bordeelscène schildert waarin mensen zelfs familieleden denken te herkennen, graaft hij zijn eigen graf.
Toch maakt Johannes Vermeer in de 17e eeuw deze niet voor de hand liggende keuzes. Het is vervolgens maar de vraag of hij het vertrouwen in zijn persoon en zijn werk kan terugwinnen. Juist deze zaken zet auteur Matthias Rozemond in om een semiautobiografische roman van de schilder Johannes Vermeer te schrijven.
Rozemond (1962) start met het schrijven van gedichten en toneelstukken na zijn studie Duitse taal- en letterkunde. Toch is hij vooral bekend geworden door zijn historische romans: ”De duivelskunstenaar” (over Jeroen Bosch), ”Het spel van licht en donker” (over Rembrandt) en ”Amalia, prinses van Oranje”.
Dit jaar verscheen ”Melkmeisje”, waarin hij het leven van Johannes Vermeer tekent. Mooi om het in 2023, het jaar van Johannes Vermeer, te lezen.
”De sfinx van Delft” wordt Johannes Vermeer wel genoemd, omdat er zo weinig bekend is over zijn leven. Hij wordt slechts 43 jaar oud, laat een (klein) oeuvre van 34 schilderijen na en volgens zijn vrouw Catharina sterft hij in wanhoop omdat hij nauwelijks werk verkoopt en zijn gezin van elf kinderen niet kan onderhouden.
De situatie is zelfs zo schrijnend dat hij na zijn sterven een schuld van 726 gulden bij de plaatselijke bakker nalaat zodat zijn vrouw de schuldeiser twee schilderijen van haar man in onderpand geeft.
En dan te bedenken dat een schilderij van hem nu onbetaalbaar is en de maker wereldberoemd. Voer voor Rozemond om een beeld van hem te scheppen en zaken in te vullen met vermenging van feit en fictie.
Dienstmeisje
De schrijver vertelt zijn verhaal vanuit drie verschillende perspectieven: dat van Vermeer zelf, van Tanneke, het dienstmeisje van zijn schoonmoeder Maria Thins, en van Catharina, Johannes’ vrouw. De lijn is gemakkelijk te volgen voor de lezer omdat de namen van de personen boven het hoofdstuk staan. Bovendien vullen de hoofdstukken elkaar aan, het is boeiend om vanuit die verschillende personen het complete verhaal te zien ontstaan.
Vermeer schildert in herberg Mechelen, het eigendom van zijn moeder. Hij schildert in de herberg omdat hij zich thuis niet kan concentreren. Het schilderij ”De koppelaarster” zorgt voor opschudding in de stad vanwege de bordeelscène, waarin mensen menen hemzelf en zijn schoonfamilie te zien. De meningen erover gonzen door de stad. Na overleg met zijn vrouw besluit Johannes rooms-katholiek te worden en te verhuizen naar ‘de overkant’ van Delft om bij Catharina en haar moeder te gaan inwonen. Pas als hij zich nederig opstelt, krijgt hij toestemming van zijn schoonmoeder, Maria Thins, en steunt ze hem financieel. En dan gooit Vermeer het roer om en begint hij te werken aan zijn wereldberoemde huiselijke taferelen. Het dienstmeisje Tanneke wordt zijn model en zo ontstaat ”Het melkmeisje” als zij aan het werk is.
Lichtval
Rozemond heeft er plezier in een goedlopend verhaal te maken. Een intrige kan hij daarvoor goed gebruiken en daar leent het schilderij ”De koppelaarster” zich voor. Gezinsleden zet hij tegenover elkaar en door elke keer slechts een tipje van de sluier op te lichten, brengt hij vaart in zijn verhaal. Toch blijft hij niet in die intriges steken.
De schrijver laat mooi zien hoe Vermeer kijkt, denkt, de kunst ziet en het licht wil ‘vangen’ in zijn schilderij. Als lezer leef je mee bij het ontstaansproces van het schilderij ”Het melkmeisje”. Vermeer wikt en weegt over kleur, positie, lichtinval en techniek en heeft eindeloos tijd nodig om de juiste combinatie te vinden. De schrijver weet te boeien, hij heeft een snelle pen en voert de lezer gemakkelijk mee.
Veel van Vermeers leven is niet ingevuld; Rozemond maakt zijn eigen keuzes hierin, maar hij bindt zich aan de feiten als die bekend zijn. En het verhaal boeit steeds meer naarmate je verder in het boek bent. Het blijft toch een apart leven, dat van de kunstenaar Vermeer. Verandert hij van geloof vanwege de liefde? Hoe heeft hij het beleefd om met zijn vrouw vijftien kinderen te krijgen van wie er vier vroeg overlijden? Hoe kan het dat hij vanuit het niets binnen anderhalve dag sterft?
Rozemond schetst een boeiend beeld over Vermeer in zijn tijd. Het kan best wel eens zo gebeurd zijn, volgens de schrijver. Of net anders, maar dat is aan de lezer. Lees maar, de verbeelding doet de rest.
Boekgegevens
”Melkmeisje”, Matthias Rozemond; uitg. Luiting-Sijthoff; 237 blz.; € 23,99