Hoop helpt verder te kijken
Een verrekijker heet in het gezin van ds. Bert-Jan Mouw –net als in veel andere gezinnen– een verderkijker. Een woord dat weliswaar fout is, maar dat de betekenis feilloos weergeeft. Het woord zet hem aan het denken.
Ds. Mouw, predikant van de hervormde gemeente van Aalburg, ziet het dagelijks om zich heen: meer dan ooit zijn mensen geneigd zich te richten zich op het hier en nu, op de zichtbare en tastbare werkelijkheid. Dat geeft bezorgdheid en drang om mensen de ogen te openen. Hij schreef er een boek over en gaf het –met een knipoog naar zijn kinderen– de titel ”Verderkijker. Hoe hoop je kijk op leven, lijden en liefhebben verrijkt” mee.
Zouden we niet enorm gezegend zijn met een grotere wereld dan alleen wat wij hier en nu zien en horen, zo vraagt hij zich af. Zelf kent hij het antwoord wel en al schrijvend laat hij zijn lezer zien hoe hoop het leven positief beïnvloedt. Niet alleen als het tegenzit, maar net zo goed in blijde dagen, of als de dagelijkse sleur je te pakken heeft.
Hoop is in ds. Mouws ogen een vorm van geestelijk volwassen worden. Hoop heeft te maken met wat je niet ziet, of wat je nog niet ziet. Bijbelse hoop gaat over de zekerheid die je vindt doordat je oog krijgt voor wat je eigen ogen niet zomaar zien.
Verder kijken brengt met zich mee dat je in de benen moet komen. Niet om je eerste auto, een koophuis of een verre vakantie te bereiken. Maar volgend, als Abraham, met God de onbekende toekomst tegemoet. Een toekomst die minder onbekend is dan op het eerste gezicht lijkt, maar waar de Bijbel van spreekt.
De Aalburgse predikant beweert nergens dat dat gemakkelijk is. Er komt strijd bij kijken. Dat kan gaan over geld- en tijdbesteding, maar gaat ook dieper. Een strijd niet tegen vlees en bloed, maar een kosmische strijd, zoals verwoord in Efeze 6.
Ds. Mouw laat niet alleen zien wat hoop doet in werk en leven, maar besteedt ook ruim aandacht aan lijden. Een onderwerp dat in de hedendaagse maatschappij maar liever overschreeuwd wordt of onbesproken blijft, is zijn ervaring. Dat vindt hij overigens niet verwonderlijk. Lijden is in een wereld waarin God geen plaats heeft, vooral een streep door je plannen.
Voor hem als christen is lijden daarentegen de grote suggestie dat er meer moet zijn. „Juist rond lijden ervaar je de zegen van geloven in een grotere werkelijkheid, en tegelijkertijd het tekort van een wereldbeeld zonder dat perspectief.”
Zijn ervaring als pastor leert hem dat het in de praktijk ook echt zo werkt. „Vaak vertellen mensen mij als ze over moeilijke perioden in hun leven praten, dat ze het lijden van toen niet missen, maar Gods nabijheid van toen wel.”
Ds. Mouw bekijkt de wereld niet vanuit een ivoren toren en is duidelijk ook geen predikant die zijn studeerkamer nauwelijks uitkomt. Hij staat midden in het leven, en dat is te merken aan zijn mensenkennis, levenswijsheid en belezenheid.
Zijn betoog kan voor reformatorische christenen wat bevreemdend overkomen, bijvoorbeeld als het gaat om zijn muziekkeuze. Tegelijkertijd is er zeker herkenning en zijn het bekende klanken die je vanaf het papier tegemoetkomen. Een Bijbels geluid ook. Hier beneden is het niet.
De auteur maakt er met zinnetjes als „Heerlijk, hè?” de gewoonte van om zijn lezer direct aan te spreken. Ook is hij met tussenzinnetjes als „Zo herkenbaar”, „Ik ben ervan overtuigd” en „Ik denk” zelf nadrukkelijk aanwezig. Het gebruik van spreektaal is op zichzelf niet verwonderlijk voor een boek van een predikant, maar vraagt wel wat van de lezer. Persoonlijk vind ik het op den duur nogal vermoeiend.
Door zijn korte, pakkende hoofdstukken, afgesloten met een gespreksvraag, is ”Verderkijker” prima geschikt voor groepsbespreking. Overigens kunnen die vragen net zo goed voor persoonlijk gebruik leiden tot verdieping. De Bijbelcitaten komen uit de Herziene Statenvertaling.
Boekgegevens
“Verderkijker”, Bert-Jan Mouw; uitg. Groen; 115 blz.; € 14,99