Registratieplicht lijkt voor kringloopwinkels met sisser af te lopen
Een nieuwe wet deed medewerkers van kringloopwinkels vorig jaar de moed in de schoenen zakken. Zij moesten alle geschonken goederen van enige waarde gaan registreren, inclusief de adresgegevens van de brenger. Het lijkt nu met een sisser af te lopen.
„Belachelijk.” Vrijwilliger Alie Koot (72) van de Dorcas-winkel in Barneveld is heel duidelijk over het wetsvoorstel dat momenteel bij de Tweede Kamer wacht op bespreking. „Moet je kijken wat er alleen al vandaag is binnengekomen. Dat zouden we allemaal moeten gaan opschrijven?” Koot wijst naar stapels dozen die klaar staan om uitgezocht te worden. „Zeker meer dan dertig bananendozen vandaag. Als we alles moeten gaan opschrijven, mag je wel twintig extra vrijwilligers aantrekken voor de administratie.”
Zo erg als Koot het brengt, is het in ieder geval niet. Het ministerie van Veiligheid en Justitie diende in februari vorig jaar een wetsvoorstel in met als doel heling van gestolen goederen tegen te gaan (zie kader). Uitvloeisel van die wet was dat kringloopwinkels aangeboden fietsen, kleine elektrische apparaten, sieraden en kunstvoorwerpen en hun brengers moesten gaan registreren in een zogeheten Digitaal Opkopersregister (DOR).
Landelijk manager van de inmiddels 29 Woord en Daad-kringloopwinkels Arco Sturm snapt de behoefte van Justitie om heling van gestolen goederen tegen te gaan. „Onze winkels geven alleen geen geld voor de spullen die er worden ingeleverd. Welke dief komt nu zijn gestolen waar brengen op een plek waar hij er geen geld voor krijgt? Ik kan mij niet voorstellen dat er een inbreker bij ons een gestolen Rolex komt brengen voor het goede doel.”
Sturm ziet het nut van een registratieplicht wel bij pandjeswinkels of bedrijven die zilver of goud opkopen. „Ook zijn er commerciële kringloopwinkels die wel geld geven voor de spullen die er worden ingeleverd. Stel dat het gestolen spullen zijn, dan zou Justitie door middel van deze plicht kunnen achterhalen wie ze gebracht heeft.”
Sturm zegt dat bij de kringloopwinkels van Woord en Daad uitsluitend vrijwilligers werken. „Stel dat iemand een schilderij brengt en zegt dat het uit het huis van zijn overleden moeder komt. Een vrijwilliger is niet in staat om het schilderij op waarde te schatten. En moet die vrijwilliger dan ook gaan checken of het daadwerkelijk uit een erfenis afkomstig is? Vrijwilligers zitten helemaal niet op die administratieve rompslomp te wachten. Zij willen lekker hun handen uit de mouwen steken voor het goede doel, niet allerlei zaken gaan noteren en controleren.”
Rachel Heijne, directeur Branchevereniging Kringloop Nederland (BKN) heeft dezelfde bezwaren als Sturm. „De bij ons aangesloten kringlooporganisaties verwerken jaarlijks 126 miljoen kilo spullen. Registratie is onbegonnen werk.”
Zowel Heijne als Sturm zegt dat zo’n registratieplicht de circulaire economie niet ten goede komt. Sturm: „Kringloopwinkels leveren een belangrijke bijdrage aan de vermindering van de afvalberg en van de CO2-uitstoot. Maar als het voor vrijwilligers te ingewikkeld wordt om spullen in te nemen, ben ik bang dat ze afhaken. Zonder vrijwilligers geen kringloopwinkel.” Heijne: „Het wordt kringlooporganisaties zo erg moeilijk gemaakt om hun circulaire impact te maken. Terwijl de overheid juist doelstellingen heeft om in 2050 volledig circulair te zijn.”
Positiever
Heijne is inmiddels wel een stuk positiever gestemd dan enkele maanden geleden. „Onze stem heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie bereikt. Het ministerie wil nu de wetgeving aanpassen. Organisaties die het Keurmerk Kringloop Nederland voeren, krijgen waarschijnlijk een zeer beperkte registratieplicht. Alleen unieke goederen met een bepaald nummer hoeven wij nog maar te registeren. Dan heb je het bijvoorbeeld over een fiets met een framenummer of een laptop met een serienummer. Mochten deze goederen gestolen zijn, dan is er een kans dat ze door middel van dit nummer hun gestolen fiets, laptop of mobieltje terugkrijgen.” Daarnaast hoeven de bij BKN aangesloten kringloopwinkels niet meer de adresgegevens van de brenger te noteren.
Heijne heeft goed nieuws voor de christelijke ketens van kringloopwinkels zoals Dorcas en Woord en Daad. „De uitzondering die voor BKN-leden gaat gelden, wordt ook overwogen voor organisaties met een ANBI-status.”
Woordvoerder Jan Jacob Hoefnagel van Dorcas vindt die uitzondering niet meer dan logisch. „De registratieplicht schiet zijn doel voorbij als het om kringloopwinkels gaat. Het zal het aantal diefstallen zeker niet verminderen. Bovendien: als je het hergebruik van spullen wilt stimuleren, moet je het kringloopwinkels niet heel moeilijk gaan maken.”
Dorcas is samen met Woord en Daad in gesprek met Tweede Kamerleden over de aanpassing van de nieuwe wet. Het debat in ‘s lands vergaderzaal over de nieuwe wet staat nu gepland voor 29 mei, maar het is al een keer doorgeschoven. Hoefnagel ziet de uitkomst met vertrouwen tegemoet. „Geen paniek wat mij betreft.”
In de Dorcas-winkel in Barneveld zal de hoerastemming groot zijn als de uitzondering voor kringloopwinkels definitief is, verwacht vrijwilliger Koot. „Er waren hier een paar vrijwilligers behoorlijk depri. Ik weet dat er zelfs kringloopwinkels waren die wilden stoppen. Gelukkig is dat nu niet nodig.”
Mocht het onverhoopt toch anders aflopen, dan zullen de kringloopwinkels van de Evangelisatie Gereformeerde Gemeenten (EVGG) zich in ieder geval aan de nieuwe wet gaan houden, zegt Gijsbert Geijtenbeek, algemeen secretaris bij EVGG. „Als reformatorische organisatie en als kerk hechten we aan optimale transparantie, dus ook in de kringloopwinkels. Ook al zitten er praktisch gezien grote haken en ogen aan een registratieplicht, alle regels van de overheid, hoe vervelend ook, zullen we volgen.”