Genoeg drinkwater in 2030? Dat is maar de vraag
Het is onzeker of er in 2030 genoeg water is voor de productie van drinkwater. Daarvoor waarschuwt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) deze maandag in een rapport.
Het instituut verwacht dat de vraag naar drinkwater in Nederland in 2030 veel groter is dan in 2020. Drie jaar geleden was er voor heel Nederland genoeg water beschikbaar voor de drinkwaterproductie, namelijk ongeveer 1,4 miljard kubieke meter. In 2030 moet er circa 100 miljoen kubieke meter meer beschikbaar zijn. Minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) kondigde maandag direct een Actieplan Leveringszekerheid aan.
Waardoor neemt de vraag naar drinkwater toe?
Door de groei van de bevolking en de economie, stelt het RIVM. Bovendien zullen de zomers vaker warm uitpakken door klimaatverandering, waardoor er meer drinkwater nodig is. Het aanbod staat ook onder druk omdat het oppervlaktewater vaker verzilt of vervuild is. Het zuiveren daarvan kost de drinkwaterbedrijven steeds meer tijd en geld.
Hoe urgent is dit vraagstuk?
In sommige regio’s zijn reserves nu al beperkt. Drinkwaterbedrijven gebruiken daar al de volledige hoeveelheid oppervlakte- of grondwater waarvoor ze een vergunning hebben. Dat is bijvoorbeeld zo in Gelderland, Overijssel, Groningen, en in het westelijk deel van Zuid-Holland. Door te weinig reserves kunnen problemen ontstaan bij een onverwacht grotere vraag naar drinkwater, bijvoorbeeld in warme zomers.
In andere provincies hebben drinkwaterbedrijven binnen enkele jaren extra bronnen voor drinkwater nodig om in 2030 of eerder aan de vraag te kunnen blijven voldoen. Daarom moeten waterpartijen nu al beginnen met het zoeken naar nieuwe locaties voor drinkwaterwinning, stelt het RIVM.
Hoe lastig is dat?
Door tegengestelde belangen is het ingewikkeld om nieuwe gebieden te vinden voor drinkwaterwinning. Voor het verhogen van de productie van drinkwater of het openen van nieuwe winlocaties is niet altijd voldoende draagvlak. De extra winning kan namelijk ten koste gaan van andere watergebruikers. Landbouw, scheepvaart, industrie, recreatie en natuur hebben hun eigen belangen in de strijd om schaars water.
Welke oplossingen zijn er?
Het RIVM adviseert niet alleen het aantal inzetbare waterbronnen te vergroten, door nieuwe winlocaties te zoeken of bestaande vergunningen uit te breiden. Het is ook van belang dat de vergunningprocedures korter worden.
Daarnaast denkt het RIVM aan het aanleggen van grotere voorraden en het langer vasthouden van water. Op die manier kan het Nederlandse watersysteem efficiënter gebruikmaken van natte perioden, door het regenwater minder snel af te voeren naar de rivieren. De grotere voorraden in de duinen en het IJsselmeer komen dan in droge perioden van pas. Het is volgens het RIVM van belang dat drinkwaterbedrijven goed samenwerken en op piekmomenten onderling extra voorraden uitwisselen.
Tot slot hamert het RIVM op het belang van zuinig omspringen met drinkwater. Waterbedrijven zouden mensen en bedrijven daartoe moeten stimuleren.
Hoe kan de burger zijn steentje bijdragen?
Het kabinet wil dat het watergebruik per persoon in 2035 is gedaald naar 100 liter per dag. Nu is dat nog zo’n 130 liter per persoon per dag. Een flink deel van die liters gaan op aan douchen. Daar kan dus ook het meest worden bespaard door korter te douchen of minder vaak een bad te nemen.
Ook voor huishoudens geldt dat het helpt om regenwater op te slaan, bijvoorbeeld met een regenton. Het besproeien van de tuin kost per jaar zo’n 1100 liter drinkwater. De regenton kan daarin op z’n minst voor een deel voorzien.