Meditatie: Van kruis naar kroon
Johannes 12:1
„Jezus dan kwam zes dagen voor het Pascha te Bethanië, waar Lazarus was, die gestorven was geweest, die Hij opgewekt had uit de doden.”
Jezus hield bij Lazarus en zijn zusters een avondmaal (Joh. 12:1, 2) en werd daar door Maria gezalfd (vers 3-8), toen er vele Joden kwamen om Hem en Lazarus te zien, aan wie zo’n groot wonderwerk geschied was (vers 9-11).
In dit hoofdstuk vindt men ook de zegepralende intocht van Christus in Jeruzalem, als de Koning Israëls (vers 12-16). Onder dat eenstemmig gejuich wordt het wonder aan Lazarus geschied, uitgeroepen. Dit lokte vele mensen uit om Jezus tegemoet te gaan, wat de Farizeeën ontsteld en twijfelachtig maakte (vers 18, 19).
Onder dit gedrang waren ook enige Grieken. Zij begeerden Jezus te zien (vers 20-22). Hierop zegt Christus dat de ure daar was dat Hij zou verheerlijkt worden, dat Hij ter rechterhand Gods zou geplaatst en tot Koning over de gehele wereld gezalfd worden. Hij zou alle macht in hemel en op aarde hebben, dat alle heidenen zouden komen om Hem te aanbidden en voor hun Koning erkennen.
Maar opdat Hij Zijn discipelen niet zou sterken in hun vleselijke gedachten aangaande Hem en Zijn Koninkrijk en opdat Hij hen aangaande Zijn vernedering niet tot een aanstoot mocht zijn, zo betuigt Hij hun niet alleen dat Hij, voordat Hij verheerlijkt werd, sterven moest, maar ook hoedanige dood Hij sterven zou, namelijk een zegepralende dood, vol heerlijke vruchten; wel door een bitter lijden, maar daaraan door een gehele reeks van heerlijkheden.
Frederik van Houten, predikant te Middelburg
(”Het weergaloos groot Goed”, 1725)
Frederik van Houten (1662-1711) geldt als een „ernstige coccejaan”, aldus de hersteld hervormde ds. R.P. van Rooijen, die een levensbeschrijving over hem schreef. Van Houten was „ambtgenoot en zielenvriend” van de bekende predikant Petrus Immens. Jarenlang stond hij in Middelburg.