Meditatie: Vervulling
1 Korinthe 5:7b
„Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus.”
Zelfs in de wijze, waarop de paaslammeren opgehangen werden om te worden geslacht, en de wijze waarop zij inwendig met stokken als het ware gekruisigd werden wanneer men ze braadde, hadden de Joden aanwijzing genoeg, dat Christus het ware Paaslam zijn zou, en dat Hij zou gekruisigd worden.
Waarom zeg ik dit? Waarom zeg ik, dat ook toen de Joden in het bijzonder op zo’n feest van de Christus vervuld waren en toch de Zoon des mensen verwierpen? Opdat een ieder tot zichzelf inkeert en niet denkt: „Dat geldt mijn buurman”. Wij kunnen zeer goed van Christus vervuld zijn, ook van niets anders willen weten, dan van Christus en Die gekruist en toch de Christus niet kennen, Die ter Rechterhand des Vaders zit. Wij kunnen zeer wel voor Christus ijveren, ook van niets anders willen weten dan van Zijn gerechtigheid, ook –als wij de pen weten te voeren– daarvan boeken vol schrijven, en toch niets van de waarachtige Christus weten. Wij kunnen ons veel bezighouden met de geschiedenis van Zijn lijden en van Zijn dood en toch in de grond van de zaak minder ervan verstaan dan de discipelen des Heeren ervan verstonden. Wij kunnen zo’n eerbied voor Christus hebben, dat wij driemaal ’s daags tot Hem bidden en toch kunnen wij van Hem niets willen weten, als Hij Zich zó bij ons openbaart, zoals Hij in waarheid de Christus is.
Dr. H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld
(”Lijdenspreken”, 1847)