Quakers geven oorlogskinderen nieuw bestaan in Amerika
De roman ”Rozen in de nacht” van Melanie Dobson speelt zich opnieuw af in de Tweede Wereldoorlog, net als ”Dochters van het Derde Rijk”.
De van oorsprong Amerikaanse Grace komt uit een quakergezin en werkt tijdens de oorlog in het Franse verzet in Bordeaux. Ze helpt een eindeloze stroom Joodse kinderen op weg naar de vrijheid, via Spanje en Portugal. Na een moeilijke reis keert ze terug naar Oregon, met Élias en Marguerite. Als een tweede moeder zorgt ze voor deze kinderen. Maar wat is er met haar eigen moeder gebeurd?
Degene die naar het antwoord op zoek gaat, is Addie, die in 2003 een donor probeert te vinden voor haar oom Charlie. Die donor zou het leven kunnen redden van haar oom. Heeft hij nog broers en zussen die in leven zijn? Op een intrigerende manier zijn Grace en Charlie met elkaar verbonden; Addie haalt de onderste steen boven om de waarheid te vinden.
”Rozen in de nacht” laat zien hoever de invloed van een oorlog kan reiken, en dat mensen tot aan hun dood kunnen lijden aan de traumatische gevolgen ervan. De verschillende verhaallijnen maken het verhaal soms ingewikkeld, maar tegelijkertijd ook boeiend en afwisselend. Verborgen stukjes levensverhaal worden aan elkaar gelegd als één grote puzzel, waardoor het hele plaatje begrepen kan worden. Tegelijk geeft de schrijfster iets door van de grote quakergemeenschap die tijdens de oorlog duizenden kinderen uit Europa redde door hun een nieuwe toekomst in Amerika te geven.
Boekgegevens
”Rozen in de nacht”, Melanie Dobson; uitg. KokBoekencentrum; 349 blz.; € 22,99